Met een diepe zucht slaat Jhonny de autodeur achter zich dicht. Was toch weer een flink eindje rijden naar de Randstad. Met de sporttas over de schouder sjokt hij richting Varkenoord. Veel zal hij vandaag niet kunnen doen op het trainingsveld, zijn rug speelt weer eens op. Zal wel met kilootjes te maken hebben, werd er in de kleedkamer gegrapt. Hier ook al, denkt Jhonny.
Het zal eind oktober zijn geweest dat de telefoon was gegaan. Jhonny zat net met zijn broer achter de prik in de plaatselijke clubkantine. Belt Mario! Eerst dacht hij nog aan een geintje van een van zijn maten. Zo moeilijk is Mario niet na te doen. Maar hij was het echt. Hoe het was. Of hij niet baalde om na zijn afgang bij De Graafschap en Go Ahead weer thuis te zitten. Wat hij zo de hele dag deed.
Mwoh, trainer, ik kom de tijd wel door. Beetje dollen. Filmpje op zijn tijd. Met broer mee naar de club. Nog meer dollen. Je drinkt eens wat. Ik kom de tijd wel door trainer.
Maar Mario had hem snel genoeg door gehad. Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan. De aftocht bij NEC was pijnlijk, maar om ook bij clubs in de Eerste Divisie door de mand te vallen, dat deed nog meer pijn. Gewogen en te licht bevonden. Of, nou ja…
Mario raakte een snaar. Deed een beroep op zijn voetbalhart. Wist dat hij eigenlijk doodongelukkig was, maar zijn gezicht niet wilde verliezen. Dat hij nonchalant deed over zijn wat vroege pensionering als profvoetballer. 27 jaar: niet echt een leeftijd om je schoenen aan de lat te hangen.
Mario deed een voorstel: kom hier eens kijken. Ik weet wat jij kunt, jongen. Ik heb jou zien sleuren in de spits bij NEC. Ik heb jou de mooiste goals zien maken. Ik weet hoe balvast je bent. Ik zag jou tegen Udinese de sterren van de hemel spelen, Jhonny. Jij kunt wat brengen bij Feyenoord. Het publiek zal jou in het hart sluiten. Kom eens kijken, kom eens praten.
En natuurlijk ging Jhonny. Om weer eens mee te doen. De bal aan de voet te voelen. Het zweet van de kleedkamer op te snuiven. Aanvankelijk hijgend en puffend, maar allengs met meer plezier. Het voelde goed. En Mario zette door. Jhonny werd aan de selectie toegevoegd, kreeg een contract met een optie voor verlenging.
Half december kwam hij erin, tegen Excelsior. Feyenoord leidde nipt met 1-0, maar wellicht zou Jhonny er een schepje bovenop kunnen doen. Nou gaat de Beuk erin, scandeerde het legioen. Geinig, die had hij nog nooit gehoord. Het bleef bij 1-0. Later hoorde hij hoe ze bij Langs De Lijn hadden gelachen dat hij zijn rentree in het betaald voetbal maakte. De eikels.
Wat nog volgde waren een krap half uurtje tegen Ajax (verloren) en een dik uur tegen zijn oude club De Graafschap (verloren). Bij de potten tegen Twente, Vitesse en Heracles hield Mario hem aan de kant. En daar liep hij dan. In een klote stad die hem niks zei. Bij een grote clubs, maar in verval. Met een zere rug. Met die eeuwige smalende critici van de media. Waarom was iedereen toch altijd tegen hem…
Joris