Schrijver en journalist Menno Pot noemde het een paar jaar geleden al de meest intense derby van Nederland. Nee, we hebben het hier niet over Ajax-Feyenoord, wat in de ogen van zelfverklaard Ajacied Pot eigenlijk de naam derby niet mag dragen vanwege de afstand tussen de steden. We hebben het hier uiteraard over NEC-Vitesse. Of ‘Over De Waal’ (ODW) versus ‘Vistas’. Of ‘Schijtmeegse bosflikkers’ tegen ‘Rijnstront Arnep’ aka de ‘Rijnjankers’. Weinig subtiel, maar het toont wel precies aan waar het om draait in deze derby: diepgewortelde burenhaat, puur en simpel.
Het is eigenlijk best opvallend dat de diepe rivaliteit ‘pas’ een jaar of 25 geleden echt is losgebarsten. De ingrediënten voor de derby waren immers al veel langer aanwezig. SBV Vitesse werd opgericht in 1892 als elitaire cricketclub, waarvan de leden een klein half jaar later besloten om zich ook maar eens te wagen aan het uit Engeland overgewaaide spelletje voetbal. NEC werd in 1900 (toen nog onder de naam Eendracht) opgericht op de Waalkade als voetbalclub voor het volk. De hoofdstad van Gelderland versus de oudste stad van Gelderland, elitaire poen versus noeste arbeidersmentaliteit, de toon leek meteen al gezet.
Als je in de jaren ’20 echter had geïnformeerd naar ‘de derby’, dan zou iedereen in Nijmegen je verwezen hebben naar de stadsderby’s tussen NEC en Quick. Slechts twee competitieduels werden in dat decennium afgewerkt tussen NEC en Vitesse, in de klasse Oost 2B in 1922-1923, en aangezien Vitesse dat seizoen ook nog kampioen werd in die klasse bleef het daar bij. Pas in het seizoen ’35-’36, na degradatie van Vitesse terug naar de tweede klasse, troffen de clubs elkaar weer. Ditmaal was het NEC dat kampioen werd, op drie punten afstand van de nummer 2: Vitesse. De clubs zouden elkaar vervolgens tot na de 2e Wereldoorlog niet meer treffen.
In 1947 bezorgde NEC de arneppers een historische afstraffing, door in de eigen Goffert met maarliefst 7-1 te winnen. Er was echter nog altijd bitter weinig voedingsbodem voor onderlinge sentimenten. In de periode die volgde hadden de beide clubs zogezegd een knipperlichtrelatie; pas vanaf de jaren ’60 zouden de twee rivalen elkaar met grotere regelmaat gaan treffen. Van echte burenhaat was dus nog altijd geen sprake. Die zou pas oplaaien in het tijdperk van Vitesse onder Karel Aalbers, medio jaren ‘80. De megalomane voorzitter van Vitesse stuwde, met geld dat er later helemaal niet bleek te zijn, de arnepse club tot grote hoogtes. ‘Hollywood aan de Rijn’ was geboren en Aalbers luidde een periode in van luchtkastelen en grootspraak die zijn gelijke niet kende in het nuchtere Nederland.
Wat echter door NEC en andere Gelderse clubs als meest stuitend werd ervaren, was de obsessie van Aalbers voor een ‘FC Gelderland’. De provincie zou te klein zijn voor meerdere profclubs, zo beweerde hij. Aalbers werd ook in verband gebracht met de ondergang van FC Wageningen, dat in 1992 met een schuld van 500.000 gulden vergeefs bij de gemeente Wageningen aanklopte om hulp. Aalbers zou volgens de overlevering contacten hebben gehad bij de gemeente Wageningen en een negatief advies hebben uitgebracht voor een dergelijke steun. Het nieuwe voetbalcomplex Gelredome (beter bekend als de Glasbak), dat wel kon rekenen op scheepsladingen gemeente- en provinciesteun, werd pontificaal gestald aan de zuidrand van de stad in een schaamteloze poging om supporters van over de Waal naar Vitesse te lokken.
Het hek was nu van de dam en vooral in Nijmegen kolkte het bloed bij de naam Vitesse. Het grote geld bleek in de jaren ‘90 helaas goed bestand tegen het gif dat van de tribunes neerdaalde op de spelers en keer op keer moesten de NEC-supporters lijdzaam toezien hoe hun ploeg het onderspit delfde tegen de arneppers.
Toch was een ommekeer aanstaande. In 1997 zagen een schamele 5000 toeschouwers in de oude Goffert hun ploeg nog met 0-2 onderuit gaan. Het zou echter de laatste keer zijn. Twee jaar later, op 25 april 1999, was het NEC dat met 3-1 aan het langste eind trok en daarna ook niet meer zou verliezen in de eigen Goffert. Regisseur van de eerste overwinning in competitieverband op de arneppers in 10 jaar? Niemand minder dan huidig assistant-trainer Jack de Gier, die destijds de 2-0 en de 3-1 aantekende nadat Bart Latuheru de score geopend had. De tegentreffer kwam op naam van John van de Brom, nu hoofdcoach bij de noorderburen. Uit kregen we in het daaropvolgende seizoen met 5-1 (1-1 door Danny Hesp) nog wel een ongenadig pak slaag, maar in de volgende thuiswedstrijd was het wederom Jack de Gier die NEC een 1-0 overwinning bezorgde.
De daaropvolgende ontmoeting in de Goffert is nog altijd een ware cultklassieker onder de NEC fans. Op 27 augustus 2000 denderde NEC met 4-1 over de aartsrivaal heen. Ditmaal deed De Gier het niet zelf, maar liet hij de afwerking aan zijn nieuwe maatje in de spits: Gorgi Hristov. Maarliefst drie maal deed de Macedonische nieuwkomer het net achter Edwin Zoetebier bollen. Een nieuwe cultheld was geboren in de Goffert. Dat Hristov na zijn flitsende seizoenstart in de daaropvolgende jaren mede door blessureleed nooit meer echt zou vlammen in het rood, zwart en groen deerde de meeste NEC-supporters niet; Hristov zou voor altijd een held blijven.
Dat is ook de status die de derby tegenwoordig met zich meebrengt. Spelers kunnen zich in een enkele wedstrijd onsterfelijk maken bij de achterban. Een dramatisch seizoen kan met een briljant moment weggepoetst worden, misstappen vergeven, schlemielen getransformeerd tot helden. Het is te hopen dat dit inmiddels ook goed doorgedrongen is bij onze huidige spelersgroep. Voor het eerst sinds jaren is de krachtsverhouding immers niet meer zo in ons nadeel gekanteld geweest. Voor het eerst sinds lange tijd zijn we weer eens de onvervalste underdog in ons eigen stadion. Aan de overkant van de Waal herrijzen de luchtkastelen nog hoger dan in de dagen van Karel Aalbers. De dubieuze miljoenen van maffiabaas Jordania hebben Vitesse in staat gesteld om flink in te kopen, terwijl NEC dit seizoen elke cent in de spaarpot moest stoppen om het hoofd boven water te houden.
De armlastige volksclub tegen het poenerige speeltje van de Oostblokmaffia, de club van het volk tegen de club van oom Merab. Alle ingrediënten voor een spectaculaire derby zijn aanwezig. Wat rest is een gezonde dosis bloed, zweet en tranen van de elf rood-zwart-groene spelers op het veld aankomende zondag en een twaalfde man op de Gofferttribunes. Dan zal ook deze editie van DE derby der Nederlandse derby’s eindigen zoals het hoort: met een klinkende overwinning voor ons NEC!