Deze zomer kwamen Zimling en Chatelle op huurbasis onze ploeg versterken. Chatelle kwam over van Anderlecht en Zimling van Udinese. Aan beide spelers was door hun werkgever te kennen was gegeven dat ze niet op veel speeltijd hoefden te rekenen. Bij NEC zagen zij die mogelijkheid wel, al bleek het vooral voor Chatelle door diverse blessures tot dusverre nog geen al te groot succes.
"Ik had de pech dat ik snel gekwetst raakte", vertelt de Belg aan De Gelderlander. "Drie dagen na de eerste wedstrijd kreeg ik last van een hamstringkwetsuur. En even later nog een keer, eenzelfde kwetsuur in dezelfde hamstring. Het kost veel tijd terug te komen." Over zijn besluit om uitgeleend te worden aan NEC zegt hij: "Ik ben naar Nijmegen gekomen, omdat ik er de meeste kans zag aan de bak te komen. En NEC wilde me heel graag hebben. Ze hebben verschillende keren geïnformeerd. De eerste wedstrijd, tegen Willem II ging goed. Heel vervelend om dan een paar dagen later een blessure te krijgen. Je wilt bij een nieuwe club, in een nieuwe competitie, graag laten zien wat je kunt."
Wiljan Vloet ziet in de vleugelspeler nog altijd een belangrijke pion om zijn 4-3-3 concept invulling te geven. Dit seizoen kon de trainer helaas alleen tegen Willem II een beroep doen op zijn beoogde strijdplan, daarna was bij voortduring of Chatelle of George niet beschikbaar. Nu beide spelers weer fit lijken te zijn, hoop Chatelle zich in de tweede seizoenshelft beter te kunnen profileren. "Ik denk dat ik met mijn kwaliteit en ervaring iets kan toevoegen aan NEC. Ik heb in de tweede ronde van het seizoen iets goed te maken. Ik kwam voor een nieuwe challenge. De eredivisie is een goede competitie voor mij. Er is meer ruimte voor de aanvallers in Nederland. Ik hoop het de komende maanden te laten zien."
Zijn mede-huurling Niki Zimling heeft inmiddels al wel een goede indruk achtergelaten bij het merendeel van de fans en staat, als hij fit is, telkens in de basis. Toch meent ook hij dat het allemaal nog een stuk beter kan. "Ik moest wennen aan het land en de competitie", legt hij uit. "En ik moest vooral het ritme van mijn spel weer vinden. Ik wil de bal veel hebben. Maar dan moet je wel met vertrouwen spelen. Dat was zoeken na mijn periode in Italië. De eerste elf, twaalf wedstrijden heb ik niet een constant niveau gehaald."
Toch heeft hij het heel goed naar zijn zin in Nederland. "Mijn vriendin ziet het aan me. Ze zegt het bijna elke dag: je bent gelukkig. Dat is ook zo. Ik voel me thuis bij NEC." Hij spreekt inmiddels zelfs de taal een beetje. "De wedstrijdbespreking in het Nederlands is geen punt. Dat volg ik wel. Niet elk woord, maar ik weet wat de trainer bedoelt." Een verademing dus in vergelijking met Italië, waar hij wegkwijnde op de reservebank. Toch heeft hij er geen spijt van dat hij ooit voor Udinese koos. "Ik heb in San Siro tegen AC Milan gespeeld. Voor de beker, we wonnen met 1-0. Zoiets pakt niemand me af”. In Italië ben je alleen, moet je jezelf zien te redden. Die periode heeft me sterker gemaakt. Ik ben iets meer een ‘asshole’ als het moet. Heb geleerd voor mezelf op te komen."
Maar uiteindelijk wil een voetballer toch vooral voetballen. Bij NEC mag dat weer en zelfs de Deense nationale ploeg is sinds kort weer realiteit voor de speler die een paar jaar geleden nog tot ’talent van het jaar’ werd verkozen in Denemarken. Is een langer verblijf in Nederland daarom wellicht een optie? "Ik heb geen idee wat er na dit seizoen gaat gebeuren. Ik moet eerst met Udinese praten. Wat zij willen. Ik sta er nu nog tweeënhalf jaar onder contract. Ik moet de gedachten over volgend seizoen uitbannen. Als ik bij NEC presteer, komen de kansen. Dat bleek wel met de nationale ploeg."