Het verschil in type verslag bij winst dan wel verlies is bij geen wedstrijd zo groot als bij de derby, zeker als het grootste theater van Nederland plaats van handelen is geweest. Win je die pot, dan neem je in een euforische roes plaats achter je toetsenbord en vloeit er zonder enige moeite een lofzang op alle helden die dat voor elkaar hebben gekregen uit je digitale pen. Verlies je, dan heb je lood in je vingertoppen en neuzel je nog wat over de route en wat lachwekkende spandoeken van de boefjes op zuid. Helaas weten we inmiddels allemaal dat dit een verslag van het tweede type wordt…
Slechts één keer fouilleren
Over alles wat voorafgaat aan de wedstrijd, kun je bij Arnhem-uit doorgaans kort zijn: het was weer overtrokken streng, je zit een eeuwigheid in de bus voor het kippeneindje naar de glasbak en daar aangekomen betreed je met frisse tegenzin dat verfoeide bouwwerk waar je inmiddels niks meer mag behalve mond houden en naar het veld kijken. Het was voor een groot deel ook deze editie zo, maar één verandering is het noemen waard: kennelijk zijn de afspraken over het fouilleren versoepeld en hoef je nog maar één keer, en wel in Nijmegen, een flinke betasting te dulden. Hulde, want het gros van de 900 man in het uitvak vindt het niet zo fijn om door Arnhemse handen te worden bevoeld. Ook over de catering is in dat opzicht nagedacht, want de dames die de broodjes beleggen dragen netjes handschoentjes. Als het algemene principe dat je in die blokkendoos geen cent extra uitgeeft toch gebroken moet worden vanwege extreme honger of dorst, dan is het in elk geval wel prettig te weten dat elk direct contact vermeden wordt…
Pronken met andermans veren
Maar goed, genoeg over de aanvoerroute en het voer. We richtten onze blik richting veld en zagen aan de railing van de Zuidtribune het bewijs dat qua formaat de spandoek-spuiters in het Arnhemse de lokale culticoon/dorpsgek Bennie in elk geval weten te overtreffen. En ze qua arrogantie al helemaal voor niemand hoeven onder te doen. Treurig was vooral de bewering dat onze zwartgele aartsvijand de rijkste club van Gelderland is. Het is hetzelfde als een zielige meeloopster die een keer de Prada-tas van een rijke kennis meeneemt en daar een avond flink mee gaat lopen pronken: uitermate sneu en, voor iedereen die de benodigde hersencellen heeft om die onvermijdelijke conclusie te trekken, ronduit lachwekkend.
Voetballen, volgende keer graag vanaf minuut 1!
Uiteindelijk werd er ook nog gevoetbald. In de puur feitelijke zin dan, althans waar het om de eerste helft gaat, want als je ook maar enige kwaliteitseisen aan het spelletje stelt, mocht het vertoonde voetbal voor de thee de naam niet dragen. Onze jongens leken, verlamd van zenuwen, bij vlagen terug te vallen op hetgeen ze zich van de pupillen herinnerden. Dat dat ook Bram Nuytinck moest gebeuren voorafgaand aan de 1-0 is al helemaal vervelend. Niet alleen omdat hij een jongen uit eigen jeugd is waar we bijzonder trots op zijn, maar ook omdat – zo lazen we later in de krant – in de nacht voorafgaand aan de wedstrijd zijn oma overleed. We kunnen Bram alleen maar alle sterkte wensen met het verwerken van dat verlies en de overtuiging uitspreken dat ons vertrouwen in hem onverminderd groot blijft. Helaas lijkt dat gezien alle reacties in het uitvak en na afloop van de wedstrijd wat genuanceerder te liggen voor die andere jongen uit eigen jeugd voor wie het een bijzondere wedstrijd was, Mark Otten. De geboren Brakkensteiner lijkt voor het laatst bij aanvang in het roodzwartgroen op het veld te hebben gestaan, maar speelde tot veler verdriet bepaald geen sterke pot. We hadden het uiteraard graag anders gezien, maar het is onvermijdelijk dat anderen zijn plek in de basis de komende weken weer opeisen.
Tweede helft moreel voor NEC, qua resultaat niet…
In de tweede helft tapten onze jongens uit een ander vaatje, om maar eens een voetbalcliché te gebruiken. Ze domineerden, voetbalden om een goal te maken en máákten die ook. Goossens knalde een afgeslagen bal achter Room en deed het uitvak exploderen. De gelijkmaker zat erin en het vertoonde spel rechtvaardigde de hoop op meer, op die historische winnende treffer. En die ging er inderdaad bijna in. Onze topscorer schoot van dichtbij op goal, maar Room wist met meer geluk dan wijsheid (duh, hij is in Nijmegen geboren, maar voetbalt voor Vitesse; wijsheid is geen karaktereigenschap waarmee je zo’n jongen zou willen beschrijven) de bal te keren. Helaas ging onze eigen sluitpost even later in de fout, al zijn er ook wel true believers die zeggen dat hij geen andere keus had, en kon de thuisspelende ploeg de winnende binnenkoppen. Onverdiend, maar daar koop je zeker bij deze wedstrijd helemaal niets voor. Het feest was gisteren helaas dus zwartgeel van kleur, want de resterende tijd werd er nauwelijks nog gevoetbald, laat staan gescoord. Opmerkelijk hoe krampverschijnselen zich zonder uitzondering manifesteren bij spelers die voor staan! Nog opmerkelijker dan dat was de extra speeltijd. Ondanks zes wissels (à een halve minuut) en ongeveer evenveel ‘blessure’behandelingen, liet de zeer zwak fluitende Braamhaar slechts vier extra minuten aankondigen en uiteindelijk floot hij zelfs nog eerder af.
Terug over de brug?
Hoe dan ook, de wedstrijd eindigde in 2-1 en na het gebruikelijke gebonk over en weer op de lexaanwand, dropen de aanwezige NEC’ers uiteindelijk toch af richting bussen. We waren voorbereid op een vertrek door een ‘erehaag’ van trotse soldati van hun Georgische capo en die bleken er inderdaad te staan, in elk geval totdat de politiepaardjes vaart maakten. De verwachte lange omweg richting Nijmegen bleef echter uit; we werden blij verrast door de richtingaanwijzers van de politiemotoren en bussen: deze keer staken we eens niet over richting Pleijroute en de rest van de sightseeing tour door Midden-Nederland, maar sloegen we rechtsaf richting A325. Het scheelde minimaal een half uur. Dat had nog meer kunnen zijn, ware het niet dat we toch via A50 en A73 uit het zuiden Nijmegen binnenreden. Maar we kunnen het wel begrijpen, hoor. De binnenkomst over onze mooie Waalbrug reserveren we wel voor de triomftocht nadat we eindelijk wél een keer hebben gewonnen in die halflege blokkendoos in Arnhem-Zuid. Zullen we volgend jaar dus maar langs de Belvédère rijden?
Thomas