Onderstaande brief werd onlangs in onze mailbox gedropt. Wij vinden dat het geen kwaad kan om de verhoudingen tussen beide steden ook op literair niveau nog eens te onderstrepen. Vrienden met Arnhem? Neen!
Geachte redactie,
Stadsdichter Dennis Gaens (‘Ga eens weg?’) meent in zijn gedicht Arnhem (gepubliceerd in de Gelderlander van 18 maart 2012), dat Nijmegen en Arnhem best vrienden kunnen zijn.
Nu beschikt de jonge dichter over een gezonde dosis Nederlandse taalvaardigheid en zo’n versje flanst hij aardig in elkaar, maar op sociaal-politiek gebied heeft de troubadour duidelijk hiaten opgelopen tijdens zijn ontwikkeling.
Wat bezielt hem om ‘in functie’ te schrijven over de band die Nijmegenaren dienen te onderhouden met een stad wier naam eigenlijk zonder hoofdletter geschreven zou moeten worden?
Sinds 2005 kent Nijmegen een stadsdichter en volgens officiële kanalen van de gemeente moeten we de rol van stadspoëzie niet onderschatten: ‘Doel van het stadsdichterschap is: poëzie dichter bij de mensen brengen en Nijmegenaren op literaire wijze aan het denken zetten door stil te staan bij (belangrijke gebeurtenissen in) onze stad’. (Nijmegen.nieuws.nl, 30-11-2011)
Mijns inziens een nobel streven. Het geschreven woord kan mensen inderdaad aan het denken zetten, zoals ondergetekende aan het denken is gezet door de fraai gekozen maar inhoudsloze woorden in bovengenoemd gedicht. Helaas voor Gaens gaan mijn gedachten eerder uit naar de rol die hij vervult als mijn literaire representant, dan naar de stedenband Nijmegen-Arnhem. De eerste vraag die zijn gedicht oproept is namelijk: wie is verantwoordelijk voor de aanstelling van deze poëet? De tweede: zou deze functie niet uitsluitend uitgeoefend moeten worden door iemand die geboren en getogen is in Nijmegen? De derde: wanneer zijn de nieuwe verkiezingen? Want ik neem toch aan dat Dennis Gaens zelf opstapt na dit brevet van onvermogen.
Laat de poëzie inderdaad mensen dichter bij elkaar brengen (‘we doen het veur de minse!’ zou Jo Janssen zeggen) en laten we daarom beginnen met een nieuwe stadsdichter die, voordat hij mensen wil veranderen, beseft wie zijn doelgroep eigenlijk is. Dan kijken we daarna wel wat we in hemelsnaam aanmoeten met de ontwikkelingshulp aan die puinhoop 20 kilometer noordwaarts.
D. L.
Guanajuato, Mexico.