Column Joris: Het heilige vuur

Word ik oud?

Op zich wel, maar dat kan toch niet helemaal verklaren waarom ik na 15 jaar op en neer pendelen vanuit Amsterdam naar Nijmegen voor de ‘thuiswedstrijden’ van NEC er af en toe geen zin in heb. Dat overkwam me slechts zelden, het afgelopen anderhalf decennium. Maar dit seizoen bekruipt me af en toe het gevoel: “Waarom besteed ik, inclusief reis- en biertijd, bijna een hele dag aan een bezoek aan mijn cluppie?”

Op zich blijft het een gouden formule: met een paar gelijkgezinde hoofdstedelijke vrienden stappen we doorgaans ruim op tijd in de trein en zakken we, rustig van ons sixpackjes nippend, af naar het Zuidoosten. Zeker als het weekend is, zorgen we nog de kans te hebben de Nijmeegse kameraden te treffen in de kroeg, doorgaans café Maxim of de Kluizenaar, om de wedstrijd voor te beschouwen. Op het OV-fietsje (uitvinding van de eeuw) naar de Goffert, doorgaans precies op tijd om het fluitsignaal te missen.

In de trein behandelen we steevast de vraag: hebben we er vertrouwen in? Inmiddels is één ding zeker: er is geen enkel (maar dan ook geen enkel) verband tussen gevoelens van vertrouwen vooraf en de uitslag achteraf. Precies die wetenschap maakt dat je liefst geen wedstrijd verzaakt, vier uur reistijd op en neer of niet. Je weet immers nooit welke wedstrijd geheel onverwacht gewonnen wordt en welke jammerlijk verloren gaat. Dus kan er maar één regel gelden: altijd gaan.

En toch skipte ik dit jaar al twee of drie keer een wedstrijd. Een ongekend hoog aantal voor mijn doen. Keertje vanwege werk. Keertje vanwege een niet te missen metalconcert (doorgaans wint voetbal bij zo’n keuze altijd) en een keer zelfs vanwege een gruwelijke kater (normaliter écht geen reden tot verzuim). Dat is op zich al een teken aan de wand, maar ik werd door mijn maten niet eens tot de orde geroepen! Dat is pas ernstig. Zijzelf laten ook met toenemende regelmaat een potje lopen.

Kortom, ik verzaak, nee, wij verzaken. Komt dat door onze ouderdom? Kakken we in? Worden we saai en des levensdagen moe? Nou…nee. Het komt door NEC. Ik weet dat we strijden met beperkte middelen. Ik waardeer de frisse stijl van Alex Pastoor, maar de afgelopen weken is het echt te lusteloos voor woorden. Ik verzaak, omdat NEC verzaakt. Ik ben niet vooruit te branden, omdat NEC niet vooruit te branden is. Als ik oud ben, komt dat omdat NEC oud oogt. Ik kaats de bal terug, ik word gewoon aangestoken. Als het heilig vuur bij de spelers niet brandt, hoe kan mij dan euvel geduid worden dat het mijne op een waakvlam staat?

Nu dreigt het onomkoombare ook nog te gebeuren: een van de drie Amsterdamse kornuiten verlengt zijn seizoenkaart niet. Hij heeft er de kracht niet meer voor. Ik doe niet eens een poging hem ervan te overtuigen dat hij mot blieve. Een stadion vol medesupporters die hem daartoe zouden oproepen zou nog niet helpen. Hij zou geen krimp geven. Wat is mijn voorland? Dat ik straks weer alleen in de trein naar Nijmegen zit te boemelen? Ik sluit niks uit.

Zo, dat is er weer uit. Snel het formulier voor het afzeggen van mijn seizoenkaart weggooien. Voor ik dingen ga doen waar ik later spijt van krijg.

 

Joris

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.