Op voorhand wisten we natuurlijk al dat PSV uit altijd lastig is. Sterker nog, NEC wist nog nooit te winnen in Eindhoven. Tel daarbij op de belabberde reeks van onze ploeg (al sinds eind februari zonder overwinning en slechts een gelijkspelletje) en menigeen haalt al een telraam tevoorschijn. Doemscenario’s van dubbele cijfers en rode kaartenregens bleven vanavond gelukkig uit, maar met een 5-0 nederlaag keert NEC toch met een fikse kater terug naar huis.
Het was niet eens zo zeer de uitslag die pijn deed, maar vooral de constatering dat het krachtverschil met de topploegen in de Eredivisie inmiddels weer bijna ouderwets aandoet. In de eerste twintig minuten van de wedstrijd was NEC niet meer dan een speelbal van een fris combinerend PSV, en het mocht een wonder heten dat de Eindhovenaren in deze periode slechts een keer het doel wisten te vinden. In de 7e minuut scoorde Bakkali de openingstreffer via de onderkant van de lat. Een tweede treffer werd afgekeurd voor buitenspel. NEC zette er bitter weinig, of zeg maar gerust niks, tegenover. De ploeg leek stijf te staan van de zenuwen, rende massaal achteruit en zette geen moment druk op de tegenstander.
Richting het einde van de eerste helft leek bij NEC echter opeens het besef binnen te dringen dat, ondanks dat we nauwelijks de eigen middenlijn overgekomen waren, het miraculeus genoeg toch echt nog steeds maar 1-0 stond. De ploeg leek even de gène van zich af te schudden en waagde zich via Loen en Higdon zowaar aan een heuse aanval. Hier en daar werd er op het middenveld zelfs een bal afgejaagd. De 1-0 ruststand voelde bijna als een morele overwinning.
Of deze opleving een omslag had kunnen betekenen voor onze geplaagde ploeg zullen we helaas nooit te weten komen; PSV maakte in het begin van de tweede helft namelijk snel korte metten met enige mogelijke aspiraties van NEC-kant. Binnen twee minuten na de hervatting stond het al 2-0. Loen liet te veel ruimte aan Bakkali, die besloot om te schieten van afstand in plaats van een actie te maken. De bal krulde geplaatst in de verre hoek. Johnsson greep er flink naast, al werd zijn zicht wellicht belemmerd door de zee van NEC-shirts voor zijn neus. Hierna was het slechts afwachten hoe hoog de einduitslag zou zijn. NEC oogde als een pupillenteam dat een keertje met de volwassenen mocht meedoen (wat overigens best ironisch is, aangezien dit PSV met een gemiddelde leeftijd van 20 jaar zo’n beetje de jongste Eindhovense formatie ooit was). Twee goals van Wijnaldum en nog eentje voor Bakkali zorgden ervoor dat we met 5-0 nog goed weg kwamen.
Een nederlaag tegen PSV dus. Op zich uiteraard geen schande en volledig in de lijn der verwachtingen. Het schrijnende van de wedstrijd was vooral dat het leek alsof onze ploeg met exact diezelfde verwachtingen was afgereisd naar Eindhoven. In de laatste 15 minuten van de eerste helft konden we zien wat je als kwaliteitsarme ploeg toch nog kunt bereiken door simpelweg een beetje druk te zetten op de tegenstander en te jagen op de bal; waarom gebeurde dat dan niet vanaf de aftrap? Volgende week wacht PEC Zwolle, dat momenteel bewijst dat je heus geen miljoenenploeg nodig hebt om resultaten te behalen. Laten we dan tenminste toch onze huid zo duur mogelijk verkopen. Vechtlust en cojones willen we zien, geen impotente rondootjes en goede bedoelingen.