Na de eerste overwinning van het seizoen tegen Heerenveen en een bijna miraculeuze heropstanding tegen Twente, begon je toch een beetje te hopen dat de ommekeer nabij was. Een thuisduel tegen een van de zwakste Ajax-formaties in decennia, dat bovendien nog geen uitduel gewonnen heeft dit seizoen, zou dan ook een mooie test zijn om de messen eens flink te slijpen en er vandaag voor eigen publiek vol in te klappen. Zou je denken. Helaas dacht onze ploeg daar blijkbaar anders over.
NEC startte achterin met Cmovs in plaats van de zieke Van Eijden. De eerste helft was verder bijna een kopie van die tegen Twente. NEC leunde achterover en liet Ajax frank en vrij het spel maken, terwijl Higdon verloren voorin rond dwaalde. Op een kansje van Rieks na op een voorzet van Vermijl, was NEC in de eerste 45 minuten niet op de Ajax-helft te vinden. NEC speelde dramatisch slap en leek er totaal geen zin in te hebben. Waar vorige week een fout van Higdon de openingsgoal inluidde, daar was het ditmaal Breuer die De Jong simpel uit zijn rug liet ontsnappen om de 0-1 binnen te koppen in de 26e minuut. Twee minuten later stond het ook al 0-2, nadat Ajax kinderlijk eenvoudig door de NEC defensie heen mocht wandelen. Het wachten was nu, net als tegen Twente, op een monsterscore. Toch werd op de een of andere manier wederom de rust bereikt zonder extra schade.
Bij aanvang van de tweede helft verrichte Anton Janssen een opmerkelijke wissel, door Jahanbaksh in te brengen voor de stuntelende Breuer. Deze aanvallende wissel sorteerde aanvankelijk in een heuse opleving voor NEC. Opeens speelde NEC bij vlagen fris en vooruit op de helft van Ajax en kregen we zowaar enkele kansjes. Voorzichtig dachten sommigen van ons zelfs al terug aan het Twente-scenario.
De aansluitingstreffer bleef ditmaal echter uit. In de 72e minuut profiteerde Ajax eindelijk van de toegenomen ruimte en schoot De Jong uit de tweede lijn de 0-3 binnen. Dit was tevens het einde van de aspiraties van NEC. In het laatste kwartier was het vooral hopen dat een grotere score uitbleef, al had NEC in de slotseconden zowaar nog een kans op een eretreffer, nadat eerst Alireza werd neergehaald in het strafschopgebied (de scheids wuifde het weg) en vervolgens Leiwakabessy met een van richting veranderd schot van afstand de lat raakte.
Na vandaag overheerst vooral vertwijfeling. Bij vlagen liet de ploeg in de tweede helft zien dat we zeker wel een potje kunnen voetballen, maar daar tegenover staat een absoluut genante draak van een eerste helft die pijnlijk aantoonde dat we er bij lange na nog niet zijn. Verdedigend is NEC nog steeds uiterst pover, met een schrikbarende 35 tegengoals in 13 wedstrijden. De komende weken zullen erom spannen, en daarin zal NEC toch uit een heel ander vaatje moeten tappen dan wat ze in de eerste helft durfden te vertonen.