Met nog tien duels te gaan in de Eredivisie, is het voor NEC nog altijd alle hens aan dek. De dooddoener ‘elke wedstrijd is een finale’ is zelden zo afgestoft en opgepoetst geweest als dit seizoen. Winnen van directe concurrenten als RKC is in deze fase eigenlijk niet meer genoeg. Wat we nodig hebben zijn de ‘stuntjes’, ofwel resultaten tegen ploegen zoals onze tegenstander van vanavond. Want in de Goffert was vandaag PSV op zoek. En PSV is nu precies zo’n ploeg waar je in voorgaande jaren op voorhand simpelweg hoopte op het uitblijven van een afstraffing, maar dit seizoen zijn ze gulle gevers aan de mindere broeders in de competitie. Zo ook aan ons NEC?
Nee dus. Vanaf de aftrap was PSV eigenlijk de bovenliggende ploeg. NEC bood goed tegenstand en had de organisatie aardig voor elkaar. Het was echter PSV dat het meeste balbezit had en de wedstrijd controleerde. NEC hield vooral tegen en loerde op de counter. PSV bestookte ondertussen het NEC doel, al waren het voornamelijk schoten uit de tweede lijn. Het meest hachelijke moment in de eerste twintig minuten was eigenlijk een terugspeelbal van Conboy, waar Johnsson finaal overheen maaide. De bal rolde gelukkig naast het doel. Met een kleine twintig minuten te gaan in de eerste helft rechtte NEC de rug en begon het een beetje terug te duwen, zonder echt veel daadwerkelijke kansen te creëren.
Vlak voor rust was er een discutabel moment, waar Higdon naar de grond getrokken werd door Bruma in het strafschopgebied. Scheidsrechter Kuipers stond er met de neus bovenop, maar oordeelde dat er niks aan de hand was. Je kunt je afvragen hoe veel een eerder gegeven gele kaart voor Bruma bij deze dubieuze beslissing een rol speelde. Hoe het ook zij, met de 0-0 ruststand mocht NEC nog het meest gelukkig zijn.
In de tweede helft gooide NEC eindelijk de schroom van zich af en begon brutaal aan te dringen. PSV had het een kwartier lang moeilijk. NEC miste echter scherpte en kwaliteit in de afronding. En toen opeens stond het 0-1. Een pass van Higdon op Foor op de rand van de PSV zestien meter werd onderschept en binnen een mum van tijd stond PSV met Park en Ruiz voor het NEC doel. Ruiz kreeg een beetje te veel ruimte van Conboy om aan te leggen en hij wist de bal precies tussen Johnsson en de paal te sturen. Een wrange duiding van het verschil tussen een ploeg als PSV en NEC; waar NEC qua strijd en inzet op dat moment eigenlijk niets onder deed voor PSV, was het verschil in individuele kwaliteit doorslaggevend.
Onze ploeg verdient een compliment dat het na de 0-1 vol op jacht bleef naar de gelijkmaker. Met Jantscher in de ploeg voor Stefanik was het opnieuw NEC dat vooruit voetbalde en PSV dat teruggedrongen werd. Tot echte uitgespeelde kansen leidde het echter niet. Aan de overzijde deed PSV tien minuten voor tijd uiteindelijk de deur op slot. Wederom was er op de 0-2 eigenlijk weinig af te dingen. Depay schoot van een goede twintig meter de bal onhoudbaar in de hoek boven Johnsson. De laatste tien minuten was het voornamelijk hopen dat verdere schade uitbleef. En dat deed het.
Zo is het eerste puntverlies in eigen huis na een aardige reeks een feit. Uiteraard is het geen schande om te verliezen van PSV, maar op basis van het vertoonde spel is het stiekem wel een beetje zuur dat je er niet tenminste één puntje aan overhoudt. De counter die de 0-1 inluidde was een foutenfestival van begin tot eind (met, toegegeven, een goede afronding van PSV zijde) en bijna karakteristiek voor het NEC van dit seizoen. Doordat we continu tegen dit soort schlemielige doelpunten blijven oplopen, verkeren we in de huidige malaise. De inzet en strijdlust blijven echter hoop geven. Volgende week op bezoek in Zwolle staat de volgende finale voor de deur. Een ding staat in elk geval vast: het is geen saai seizoen…