De laatste reddingsboei om tenminste nog iets moois te maken van dit dramatische seizoen bleek vanavond lek. Uitgerekend clubicoon Dennis Gentenaar werd in Zwolle de trieste en onverdiende schlemiel. Nadat hij in de eerste helft een slap rollertje van Drost te laat zag aankomen, flaterde hij in de tweede helft opzichtig op een verre afstandstrap van Van der Werff. En dus ligt NEC troosteloos en geheel in stijl met de rest van dit seizoen uit de beker, ondanks een schitterende goal van Conboy.
Dat er flinke spanning op de wedstrijd zat was vanaf de aftrap te merken. NEC zat er de eerste paar minuten fel op, maar de eerste helft werd voornamelijk gekenmerkt door slecht voetbal en onzorgvuldige passing van beide kanten. De balbezit statistiek halverwege de eerste helft zei eigenlijk alles over het voetballende vermogen (lees: gebrek aan) van onze ploeg: PEC Zwolle had maarliefst 70% balbezit. PEC Zwolle, godbetert, het Barcelona van Overijssel. NEC leed zichtbaar onder hetzelfde manco waar het eigenlijk het hele seizoen al onder lijdt; het kan de bal totaal niet in de ploeg houden. Toegegeven, Zwolle deed helemaal niks met dat vele extra balbezit. Als we vijf kansen in de eerste helft konden noteren, dan was het veel. Maar het resulteerde wel in twee doelpunten. De eerste was uiteraard een voor ons inmiddels traditionele Peppie en Kokkie goal. PEC liep zich vast in een NEC-muur, maar een vertwijfeld rollertje van Drost huppelde tussen een zee van benen door, waardoor Gentenaar de bal pas zeer laat zag en mistastte. Gelukkig was de andere goal er wel eentje voor ons. Aan de andere kant was het tien minuten later namelijk weer juichen voor de meegereisde NEC supporters. Uit een stilstaande situatie (hoe anders) verlengde Higdon een vrije trap van Koolwijk met het hoofd op Conboy, die op werkelijk schitterende wijze de bal hoog in het dak knalde.
In de tweede helft bleef het wedstrijdbeeld redelijk ongewijzigd. Zwolle had balbezit maar kon er weinig mee, terwijl NEC loerde op een uitbraak. In de veel te spaarzame momenten dat NEC eindelijk eens opportunistisch probeerde te voetballen met lange halen op Higdon, kregen we ook meteen de beste kansen. Higdon was hierdoor twee keer dicht bij de 1-2, maar miste baltechniek en wat geluk. Op personeel vlak ging het een stuk minder. Foor, in het veld gekomen voor de geblesseerde Gravenberch in het eerste half uur, moest zelf na een botsing het veld verlaten voor Stefánik in de 70e minuut.
Ondanks het slechte voetbal was er eigenlijk weinig aan de hand voor NEC en de sfeer zat er ook van beide kanten prima in in het stadion. Maar zoals al veel vaker dit seizoen sloeg het noodlot weer eens toe vanuit het niets. Van der Werff besloot in de 81e minuut tot een schier kansloos afstandschot van een kleine dertig meter. Normaliter een peulenschil voor onze Dennis. Ditmaal echter, ongetwijfeld tot geen groter afgrijzen dan dat van Gentenaar zelf, greep hij falikant mis en de bal rolde onder hem door het doel in voor de 2-1. In de laatste tien minuten probeerde NEC nog iets te forceren door Castillion in te brengen voor Hemlein. Het mocht echter niet meer baten.
Een vreselijke bekeravond dus, niet in de minste plaats voor de laatste persoon die we dit gunnen: onze Dennis. Zijn hoofd, weggestopt in de hals van zijn shirt en bedekt met de handschoenen die ons in het verleden zo veel succes gebracht hebben, sprak boekdelen na het laatste fluitsignaal. Als we dit hele seizoen in een enkel beeld zouden moeten samenvatten, dan zou het die ‘freeze-frame’ zijn. Einde oefening, wat rest is lijfsbehoud. Laten we hopen dat deze uitslag geen voorbode is van meer onheil op komst…