Uitslag
Een 1-0 nederlaag tegen Jong PSV, dat doet pijn. NEC speelde slecht maar kreeg toch de meeste en de beste kansen. In de 91’ minuut dwarrelde een slap schot/voorzetje zomaar in de verre hoek.
Het meest gehoorde commentaar na afloop: “Zo, we staan weer met beide beentjes op de grond”.
Toeschouwers
Ja, er waren toeschouwers, waaronder zo’n 150 NEC’ers.
Hoogtepuntjes
Uhh, uhh, effe denken…
Uhh, uhh, momentje…
Uhh…
Dieptepuntjes
-De verschrikkelijke ambiance. Profvoetbal spelen in een leeg stadion tegen een ploeg die nergens om speelt is een belediging voor de clubs in de Jupiler League en hun fans. Het experiment met de Jong Huppeldepup ploegen moet zo snel mogelijk gestopt worden!
-De voorzetten van Conboy, de slechte passes van Van Eijden, de mislukte acties van Ali. Ze doen er alles aan om bij NEC te blijven (toch een hoogtepuntje?).
Scheids
Dat was ene Siemen Mulder, die als junior scheidsrechter in het betaalde voetbal actief is. Vergat in de eerste helft een paar keer geel te geven aan een Jong PSV’er maar viel verder niet op. Aan Siemen heeft het in elk geval niet gelegen.
Tactiek
In plaats van de geblesseerde Gregor Breinburg speelde Muhammed Mert. Of het hierdoor kwam is moeilijk te zeggen, maar het NEC middenveld kon z’n stempel dit keer niet op de wedstrijd drukken. Ook moeten we er rekening mee houden dat de tegenstanders zich steeds beter op het NEC spel gaan instellen. In plaats van lekker aanvallen zullen ze compacter en afwachtender spelen. Zeker in de tweede helft deed Jong PSV dit best goed en kwam NEC er nog maar sporadisch doorheen.
Inzet
De wil was er ongetwijfeld maar de scherpte ontbrak.
Conclusie
Na de 5-1 tegen Fortuna Sittard vroegen we ons af: is NEC nou zo goed of zijn de tegenstanders zo matig?
Na deze wedstrijd kunnen we zeggen dat de tegenstander wederom heel matig was maar NEC dit keer niet veel beter. Was het slechte spel een incident en herpakt de ploeg zich? Aanstaande vrijdag, uit tegen Helmond Sport, gaan we het zien.
Kijk voor het “Rondje om” op de Facebookpagina van onze Rene van Spamwijk.