Het hoofd doet pijn, de benen zijn verzuurd en de knip is leeg, maar het was het allemaal waard om een kampioensschap te vieren na 40 schaalloze jaren. Een bekroning op een ijzersterk seizoen en een dikke streep door het wanbeleid, het vertoonde spel en het gebrek aan teamspirit van de jaren daarvoor. Er staat weer een groep die wil en er viel ook weer eens af en toe wat te genieten in de Goffert. Het is allemaal nog wel erg fragiel, zowel technisch als financieel, maar wie maalt daar nu om, het is feest. Vrijdag, eergisteren, gisteren, vandaag, morgen en overmorgen. Hup Eniesee!
NEC deed de afgelopen dagen haar best om aan te geven dat dit een feest was voor iedereen. Van de medewerkers, sponsors, selectie, vrijwilligers bijvoorbeeld en zelfs de ontslagen medewerkers werden niet vergeten. Dat laatste is mooi en terecht, want zij betaalden misschien wel de grootste prijs voor het wanbeleid van de jaren daarvoor. Natuurlijk vergat NEC ook de supporters niet. Van Ingen roemde de supporters voor hun onvoorwaardelijke steun het afgelopen seizoen. Ook dat is met een gemiddelde van dik 9000 man per wedstrijd meer dan terecht.
Het is nu moeilijk te beseffen, maar zo lang is het nog niet geleden dat directieleden en spelers soms letterlijk tegenover supporters stonden op het voorplein. Hoe gek en sadomasochistisch het ook klinkt, die momenten zijn mij ook dierbaar. Voor de duidelijkheid, ik heb het hier niet over die ene malloot die een blikje bier gooide naar een speler of andere supporters die niet met hun poten van spelers af kunnen blijven. Ik heb het over de uitwisseling van oprechte emotie. Het hoort ook wel bij een volksclub. De vuisten niet letterlijk gebruiken, maar er wel mee op de spreekwoordelijke tafel slaan. Dat maakt NEC ook zo’n mooie club. Als de emoties hoog oplopen in negatieve, maar zeker ook in positieve zin, dan blijkt de afstand tussen spelers en supporters klein. Een mooi voorbeeld was de overwinning in de glasbak in 2012. Dat zorgde voor een spontaan feest bij terugkomst in Nijmegen, waarbij de spelers en supporters samen de emoties deelden en elkaar letterlijk in de armen vielen. Onvergetelijk.
Voor deze huldiging heeft NEC bewust gekozen voor afstand. Op een bijzonder onvriendelijke toon werden supporters vooraf via een nieuwsbericht op de site gesommeerd om op straffe van sancties vooral niet het veld te betreden. Ik heb hier een heel dubbel gevoel bij. Tijdens de laatste promotie naar de eredivisie in 1994 stond ik ook op het veld. Niemand floot mij toen uit. Een veldbetreding was normaal en hoorde er gewoon bij. Vrijwel iedereen stond ook op het veld en het was notabene de club zelf die de poorten na het laatste fluitsignaal had opengezet. Het was ook gewoon NEC zelf dat dranktenten naast het veld had gezet. Spelers gingen spontaan op de schouders en supporters en spelers vielen elkaar in de armen. Ook dat was onvergetelijk.
Anno 2015 maken de regeltjes van de KNVB geen onderscheid tussen verschillende “soorten” veldbetredingen, het is op voorhand altijd verkeerd en het kost de betreder en de club geld. Als de club het zelf dan ook nog eens hard gaat spelen en stadionmanager Theo vlak voor tijd laat spreken om een beroep te doen op de supporters, dan is van die spontane feestvreugde geen sprake meer en dus is zo’n hele veldbetreding op voorhand al kansloos en ook opeens “fout”. Van de supporters koos 99,5% ervoor om de kant van de club te kiezen en op de tribune te blijven. Ik hoorde daar deze keer bij en had gehoopt dat ook die 30 man de zinloosheid van deze veldbetreding hadden ingezien en niet het veld op waren gegaan. Ik heb ze niet uitgefloten. Het zou mij na 1994 een hypocriete lul maken.
De door NEC ingeslagen weg van afstand was ook te merken tijdens de officiële huldiging op de Wedren. Veiligheid en een strakke regie gingen boven spontaniteit. Geen feestje in de stad, maar op een evenemententerrein. Geen open toegang, maar festivalhekken. Geen eigen drankje, maar een evenementenbiertje a 2,50 euro. Het meest treurige was nog dat de club de stadsrit van de spelers heeft doodgezwegen, waardoor iemand die niks met voetbal had en een visje aan het eten was bij Wilma Graat, dichter bij feestende selectie is gekomen dan de supporters op de Wedren. Veiligheid is belangrijk, maar angst is nog altijd de slechtste raadgever. Dit bewust op afstand houden voelde voor mij niet prettig, te veel regie, te onpersoonlijk, te klinisch.
Maar wie denkt dat ik treurig en boos dit paasweekend heb doorgemaakt en thuis wat heb zitten jammeren heeft het mis. Ook dit was onvergetelijk. Ik koester deze dagen vooral vanwege alles wat wel spontaan en minder volgens een strakke planning verliep. Het gezellige feest van de SV op het SV plein na afloop bijvoorbeeld, waar wel de spelers letterlijk tussen de supporters in stonden en er samen een feestje werd gevierd. Of het feestje op de grote markt voor en na het officiële gedeelte. Volgend jaar maar weer zo’n schaaltje zou ik zeggen, want dit smaakt naar meer.
Sjaak