Ik ben niet verder gekomen dan een vriendenelftal van Hatert. Zeg maar het nivo kappe draaie kwiet. Maar na het kwiet raken, vlogen mijn maatjes van de rechterkant er wel altijd als een niet altijd even geleid projectiel in.
Achterin hadden we twee stofzuugers. Rood en Rood. Dat de heup waarop ze altijd slidings gemaakt hebben, voor hun 47e al versleten of vervangen is, zegt genoeg. Zelf slikte ik een heel seizoen een napro voor de wedstrijd, eentje in de rust en eentje erna. Om de wedstrijden niet te hoeven missen. Niemand wilde trouwens een wedstrijd missen, niemand wilde wissel staan.
Op de trainingen hoopten we op modder en regen. Het veld werd uitgezet in de buurt van de plassen en niet ernaast. Niemand mocht erna thuis de hut meer in. Beste maatjes kregen op de training bonje maar zopen wel samen de bar van Harten Twee weer leeg.
Of we nu verloren of wonnen. De lampen van het clubhuis werden door ons uit gemaakt. Strijd. Vriendschap. Knokken voor iedere meter met een grote smile. Voetbal niet om aan te gluren maar wel na iedere wedstrijd totallos.
Hoe anders de Bloedkuul. Spelers waarvan het lijkt dat ze ieder greintje van plezier in het spel verloren hebben. Die niet meer weten wat hartslag 190 is. Zoveel gelatenheid. Al meer dan 2 jaar een collectieve depressie in het rood zwart en groen.
Zonder smile geen strijd. En zonder strijd geen smile. Ze missen geen trainer, ze missen al 2 jaar een coach. Die hun koppie traint en niet de benen. Om die gasten duidelijk te maken dat ze het mooiste vak van de wereld hebben en God op hun blote, schone, nooit vuil te krijgen knieën mogen danken dat ze met voetbal hun poen mogen verdienen.
En dat ze weer in ieder vezeltje gaan voelen waarvoor ze naar de Bloedkuul gekomen zijn;
Om te stuufe.
Vind jij het net als Bart ook leuk om een keer een column of iets anders voor De Trouwe Honden te schrijven? De Trouwe Honden is altijd opzoek naar vers bloed. Dus pak de pen, schrijf een stukje en mail het naar het ons door!