Daar gaan we weer, het seizoen is begonnen. Onderuit gezakt op een wankele campingstoel zit ik voor mijn camper en staar op mijn mobieltje. Het seizoen is weer begonnen en traditioneel, want nog met het gezin op vakantie, mis ik de eerste wedstrijd van het seizoen. Vrienden sturen foto’s vanuit de Eendracht, vanuit het stadion en, net zoals elk jaar, voel ik een steek van jaloezie dat ik niet bij hun ben om mijn geliefde NEC aan te moedigen.
Niet dat ik dit jaar maar enigszins de hoop koester op goed voetbal, dito resultaten en een eventuele promotie. Maar toch….we zijn weer begonnen en ik wil er bij zijn. Ik hoor er bij te zijn en ik zit nu dus hier op een camping te staren op mijn mobiel naar het (verschrikkelijke) live blog van ‘de Gelderlander’ en naar de vrolijke foto’s van bier hijsende voetbal maten.
1-0!! Mijn camping stoel vouwt bijna dubbel, ik verslik me in mijn bier en mijn vrouw kijkt me meewarig aan met een blik van; verdomme, daar gaan we weer, we zijn weer begonnen….
Enigszins opgetogen nu, ga ik er wat rechter voor zitten en terwijl de juichfoto’s binnen stromen vanuit de Goffert voel ik nu toch wat hoop.
Drie punten zouden toch wel lekker zijn.
Terwijl ik staar op mijn mobieltje en nog maar eens een biertje open trek, denk ik terug aan de laatste seizoenen. Elk seizoen, ondanks een kut seizoen daarvoor, koesterde ik weer hoop. Nieuwe spelers die werden aangetrokken, hoopvolle interviews met beleidsmakers, geruchten over investeerders, een maniakale Duitser, de terugkeer van Jack de Gier. Het maakte niet uit wie er kwam, wat er gezegd werd, ik geloofde alles en wist zeker dat het dat seizoen goed zou komen.
Uiteindelijk vervloog de hoop, kwam er frustratie voor in de plaats, gevolgd door verbazing, berusting en ten slotte sleepte ik me naar het einde van het seizoen.
Maar deze zomer heb ik dus geen enkel hoop gehad en nu staan we dus met 1-0 voor in de eerste wedstrijd. Het zal toch niet en het kan toch eigenlijk niet? Nee, natuurlijk kan het niet want daar is de 1-1. Shit! Vreselijk irritant dat ik er niet bij ben, ik heb totaal geen zicht op het spel en van dat blog op de Gelderlander word ik ook niet wijzer.
Ik vraag me af waarom ik aan het einde van iedere zomer weer zo’n zin heb in een nieuw seizoen. Het valt voor mezelf bijna niet uit te leggen, zeker als ik bedenk dat ik een aantal weken daarvoor nog zielsgelukkig was dat het seizoen er op zat. Maar toch wil ik nu thuis mijn fiets pakken en de bekende weg fietsen naar ons prachtige stadion, bier drinken in de Eendracht, juichen en schelden met de mensen die al jaren om me heen zitten op de tribune, koortsachtig zoeken naar de opstelling in het programmaboekje om op te zoeken wie nou in godsnaam die nummer 23 is, mopperend aan het einde van de wedstrijd de tribune verlaten, de trappen omhoog klauteren naar de Eendracht voor, vooruit, nog een laatste biertje, om dan uiteindelijk twee uur later stinkend en brabbelend naast mijn vrouw in bed te kruipen.
Handen wringend en zacht vloekend zit ik voor onze camper op een inmiddels donkere camping. Ik krijg ook al helemaal geen foto’s of berichtjes meer gestuurd vanuit het stadion wat, denk ik, een slecht teken is. Het zal toch wel weer fout gaan, 1-1 zou ook geen slechte uitslag zijn toch? Als ze dat nou in ieder geval vast weten te houden. Prompt valt de 1-2 en ik kan niet anders dan berustend mijn hoofd laten hangen. Ik ben niet eens moedeloos. Ik wist van te voren al dat dit een moeilijk, lang seizoen zal worden. Ook dit wordt weer een seizoen waarin ik als NEC fan van familieleden, vrienden en collega’s weer talloze opmerkingen krijg over onze club. Soms met een gevoel van medelijden, soms uit puur leedvermaak en ook heel vaak vanuit een oprechte verbazing waarom ik het mezelf blijf aan doen. En weet je, dat zijn voor mij de momenten dat ik het meest trots ben dat ik supporter ben van onze prachtige club. Want wij hebben geen succes nodig om te blijven komen, wij staan altijd voor en achter onze club.
Zoals een oudere supporter tegen me zei toen we de laatste keer degradeerden en een aantal supporters hun teleurstelling probeerden af te reageren op een hek; ‘Ik snap niet dat die mensen zich zo druk maken. Vroeger speelden we altijd kut en daar waren we trots op’.
De volgende ochtend als ik wakker word vraagt mijn zoontje hoopvol; ‘Papa heeft NEC gewonnen? Nee jongen maar dat geeft niet, we hebben nog een heel lang seizoen voor ons’.
Ik kijk op mijn mobiel en zie tientallen berichtjes met wazige foto’s vanuit de Eendracht. Volgend jaar toch maar mijn vakantie anders inplannen.
Oostenrijk