Nog een paar dagen en dan is 2019, een kalenderjaar van niks, weer voorbij. Volgens van Schaijk zitten we nu in een overgangsjaar. Voor mij het NEC jeukwoord van 2019 (en 2017 en 2018 trouwens). We zitten nu inmiddels in het derde overgangsjaar en we zijn van “binnen twee jaar terug als stabiele eredivisieclub” haast geruisloos naar een lange termijn 5-jarenplan gegaan. Maar dit is een overgangsjaar, heus waar.
Een overgangsjaar is eigenlijk niets anders dan een positieve benaming voor “we doen dit jaar voor spek en bonen mee en met heel, heel veel geluk is er een succesje.” Zo’n overgangsjaar is voor NEC supporters best te behappen. We zijn als NEC supporter immers wel wat gewend, maar dan verwacht je wel duidelijk beleid naast het veld, een duidelijk herkenbaar idee in het veld en je moet iets van groei zien. Een overgangsjaar duurt namelijk één seizoen, dus volgend jaar zijn we een echte kampioenskandidaat. Doen we direct mee vanaf het begin om promotie. Toch?
Bij NEC doet de algemeen directeur er het technisch beleid gewoon even bij, zijn er drie trainers waarvan geen supporter weet wie waar precies verantwoordelijk voor is en zien we spelers vertrekken met een dure regeling of voor een fooi in plaats van met een flinke transfersom. Volgend jaar lopen heel veel contracten af, dan kun je helemaal opnieuw beginnen met een compleet nieuwe groep. Die hebben natuurlijk wel even tijd nodig om aan elkaar te wennen en voor je het weet zit je weer in een nieuw overgangsjaar.
Naar NEC zal ik wel blijven gaan, het blijft toch je cluppie. Een seizoenkaart koop je als supporter niet op resultaat, maar op je clubgevoel. Maar het clubgevoel krijgt bij mij wel een deuk als we jaar in jaar uit met valse hoop beginnen en met teleurstellingen eindigen. Op die valse hoop zit ik na 3 jaar eerste divisie niet meer te wachten. Als dat eerlijke verhaal is dat we vol voor de jeugd moeten gaan, dat we de komende jaren een stabiele eerste divisie club blijven en dat de sportieve ambities de ijskast in gaan zolang er geen nieuw stadion is of er structureel meer geld binnen komt, dan is dat niet leuk, maar weten we als supporter tenminste wel waar we aan toe zijn. Het woord overgangsjaar voelt als valse hoop. Effe door het zuur, maar volgend jaar komt het zoet. En is het zoet er volgend jaar ook niet dan is het even een overgangsjaar en dan komt het zoet. Dan echt. Effe doorbijten, overgangsjaartje.
Opvallend genoeg is het woord overgangsjaar niet vermeld in de seizoenkaartmailing. Neem nu een seizoenkaart met overgangsjaarkorting! Zou wel fijn zijn geweest.
Voor wie denkt dat de kerstgedachte en de goede voornemens compleet aan mij voorbij zijn gegaan en dat het zuur vooral ook hier op De Trouwe Honden site terecht is gekomen, laat ik graag even weten dat NEC ook in 2020 weer de mooiste club van het land zal zijn. We gaan als vanouds weer heerlijk nuilen en genieten van de spaarzame hoogtepunten. NEC sjaal om en hup naar de Goffert of naar uitwedstrijden, voor de kleuren en de stad. Dat kan geen overgangsjaartje veranderen.
Maar laat het woord overgangsjaar in 2020 asjeblieft achterwege. Zorg voor echte hoop, omdat de stadiondeal nu eindelijk eens rond komt, zorg dat we met juist beleid de hoofden koel houden en zorg voor vakmensen op bepaalde cruciale posten. Verkoop supporters geen gebakken lucht of valse hoop, maar geef vanuit een heldere visie realistische doelstellingen waar mensen op afgerekend mogen worden. Kunnen we volgend jaar rond deze tijd kijken hoe we er voor staan in ons promotiejaar. HUP NEC!
Bleum