Met nog zo’n twee weken te gaan tot de officiële seizoensstart (thuis tegen FC Eindhoven) zullen zelfs de meest halsstarrige nuilers inmiddels wel doordrongen zijn van de realiteit van onze situatie. Waar twee seizoenen geleden de verwachtingen nog huizenhoog waren op een snelle terugkeer op het hoogste platform en vorig seizoen menigeen wederom droomde van succes onder Jack de Gier en consorten, daar lijken we ons nu collectief te berusten in een mogelijk langdurig verblijf op het tweede niveau. De heren investeerders (die mede verantwoordelijk waren voor de huidige misère) houden deze zomer angstvallig de hand op de knip. Daardoor komt tenminste één belofte die oud-TD Remco Oversier ooit maakte uit, al is het meer geboren uit pure armoede dan uit beleid: meer eigen jeugd in het eerste elftal. Slechts één externe versterking (hopelijk) diende zich de afgelopen weken aan: Jellert van Landschoot.
Daar tegenover stond het (hangende) vertrek van een sloot van spelers, waaronder opmerkelijk genoeg ook creatieve middenvelders Oratmangoen en Sabak. Daar hebben we er momenteel toch niet zo veel van, zou je denken. Maar goed, blijkbaar passen deze spelers niet in de spelwijze van de nieuwe trainers. Ietwat opmerkelijk, want waarom verhuur je Oratmangoen dan aan een club waar hij ‘anders’ speelt (en het daar overigens prima deed) dan wat wij nodig hebben? Het zijn het soort vragen waar we ons een paar jaar geleden nog flink over konden opwinden. Nu schokschouderen we erover. Net als over het komen en gaan van proefspeler Borgmann. Blijkbaar was hij niet fit. En dus blijft de linksbackpositie een zorgenkindje.
Ondertussen oefende NEC lekker raak en ging afgelopen vrijdag ook kersverse Eredivisie topper RKC, dat ons enkele maanden geleden nog zo pijnlijk uit de play-offs knikkerde, ten onder tegen onze ploeg. Typisch was dat we, net als eerder in de voorbereiding, startten met een vijf-mans defensie. Die vijf man incasseerden desondanks een tegentreffer. Pas toen de boel in de tweede helft werd omgezet naar een 4-3-3 kreeg NEC weer wat kansen en wist het de wedstrijd om te draaien. Wat kunnen we daaruit leren? Eh… Hoe het ook zij, als je kijkt naar de huidige selectie is het niet zo verwonderlijk dat een opstelling met vijf verdedigers serieus overwogen wordt. De balans in de ploeg ligt namelijk zwaar op verdedigers en verdedigende middenvelders, terwijl de spoeling voorin erg dun is. Okita en Ndayishimiye zijn daar op voorhand onze sterkhouders, terwijl Braken altijd afwachten blijft en Wolters toch vooral meer uitblinkt door enthousiasme dan kunde. Ole Romeny maakte onder De Gier een vrije val en het zal afwachten worden hoe hij zich dit seizoen herstelt. Ondertussen wordt er blijkbaar ook alweer getrokken aan Ndayishimiye vanuit Duitsland, dus wellicht starten we over twee weken wel in een 8-1-1 opstelling.
Ondanks de reeks van aardige resultaten in de voorbereiding leeft er dus weinig illusie over het komende seizoen. De play-offs halen is de ambitie, promotie een utopie. De prioriteit ligt bij het financieel gezond worden. Het stadion speelde in alle voorgaande plannen een prominente rol voor het overleven van NEC, maar ook op dat front zit momenteel alles vast als je de berichten moet geloven. Het is kommer en kwel, doem en duister. Maar goed, dat was het in de jaren ’80/’90 ook vaak en toen was het doorgaans toch best gezellig. Ons NEC blijft ons NEC, waar we financieel of sportief ook bivakkeren. En ooit komt het allemaal vast wel weer goed.
En dus blijven we NEC steunen, in goede tijden en in mindere tijden. Te beginnen met dit weekend, waneer de jaarlijkse Open Dag de officieuze start van jaargang 2019-2020 inluidt. Het belooft weer een lekker ouderwetse Open Dag te worden met diverse artiesten, versnaperingen en nieuwe merchandise, met als kers op de taart het duel tegen Osasuna. Koop dus de nieuwe shirtjes en praat gezellig bij met je buurman, terwijl onze nieuwe lichting NEC fans en spelers jammert om een ijsje en zoek raakt in de menigte. We hopen jullie in groten getale te zien opdraven om deze jaargang van een positieve aftrap te voorzien. Met realisme als het nieuwe optimisme.