De week van… oud verwijt en nieuw beleid.

En weer gaat er een week voorbij zonder noemenswaardige activiteit op Stadionplein 1. Het is het seizoen in een notedop: saai, doods en gezapig. We pakken een puntje hier, verliezen een puntje daar, en eindigen dit seizoen ongetwijfeld ergens in de grijze middenmoot (rond plek 7-10), met misschien een play-off toetje waar we dan na één ronde weer uit liggen. Wilco noemde het al een overgangsjaar, wat blijkbaar impliceert dat wij supporters maar even niet moeten klagen want we mogen dit seizoen niks verwachten. Lekker makkelijk natuurlijk. Wat als ze volgend seizoen na twee tegenvallende maanden ook gewoon weer zeggen dat het een overgangsjaar wordt, moeten we dan ook weer gelaten terug in de mand? Een overgang naar wat, precies? En wanneer krijgen we eindelijk eens, zoals ze dat in Rotterdam zeggen, geen woorden maar daden? Wat is het plan? Waar zijn de lijstjes met actiepunten? Welke vorderingen worden er gemaakt, afgezien van centjes besparen? Financiële restricties zijn een middel, geen doel. Het is absoluut belangrijk dat we financieel gezond worden, maar dat doe je niet puur en alleen door eindeloos te snijden in het budget en door de kwaliteit van je selectie uit te hollen. Er moet ook een plan tegenover staan, een manier om je inkomsten te verhogen en publiek naar het stadion te lokken. En daar zijn bij een voetbalclub de sportieve prestaties cruciaal voor. Een nieuw stadion is leuk, maatschappelijke activiteiten zijn leuk, maar als er geen hond komt kijken naar de wedstrijden omdat het voetbal niet om aan te gluren is, dan heb je er bitter weinig aan.

Niemand verwachtte dit seizoen wonderen, na de grote deceptie van vorig seizoen onder Jack de Gier toen alle signalen op groen leken te gaan bij aanvang van de competitie. Maar op zich was er toch best wat om naar uit te kijken. Een seizoen waarin er vol ingezet zou gaan worden op jong talent en eigen jeugd, waarin je ongetwijfeld een paar keer flink op je bek zou gaan maar ook zou kunnen genieten van nieuwe, frisse jonkies die al hadden aangetoond potentie te hebben. Een ploeg met namen als Oratmangoen, Tresor Ndayishimiye en Sabak. Die laatste trok gisteren definitief de deur van de Goffert dicht, waarmee op Proper na alle creativiteit in de middenlinie dit seizoen verdwenen is. Gelukkig kunnen we de laatste weken alsnog genieten van Proper, die eindelijk wat speeltijd krijgt na ruim een half seizoen waarin de kwaliteitsarmoe op het middenveld een wekelijks terugkerende klaagzang was. En met Van Rooij, Ole Romeny, Sellouf en Musaba (nu helaas geblesseerd) zijn er nog wat meer lichtpuntjes. Des te onbegrijpelijker dat Cas Odenthal na een prima beginfase nooit meer een kans kreeg, want veel slechter dan Kvida (geschorst voor de eerstvolgende wedstrijd) kan hij het toch niet doen. Bovendien heeft Cas tenminste nog een goede dieptepass in de benen. Of geef anders Van Ottele eens een kans, die het prima doet in de jeugd en zowel in de verdediging als op het middenveld uit de voeten kan. Dan geef je de NEC-supporter tenminste nog wat. Dit zijn de jongens waar NEC in de toekomst op moet bouwen en een verloren (sorry, “overgangs”) seizoen als 2019-2020 is dan toch het ideale platform om hen aan het grote werk te laten ruiken.

Maar in plaats daarvan zien we nu al seizoenen lang de ene na de andere vage speler opdraven via huurdeals of kortlopende contracten, het merendeel daarvan zonder enige binding met of interesse in onze club of onze stad. Een enkeling doet het goed (Bruijn, Druijf), maar het overgrote merendeel blijkt totaal geen toegevoegde waarde te zijn. Neem een Quincy Owusu-Abeyie die een paar jaar geleden een half seizoen bij ons rondliep en die de afgelopen week in een interview met Veronica Inside nog doodleuk vroeg: “Wat is de Goffert?” Tja, zo’n opmerking spreekt boekdelen. NEC is verworden tot een club zonder visie en voetbaltechnisch vernuft, waar een pure marketingman als Van Schaik de rol van Technisch Directeur er nog even bij doet.

Hans van Delft verwoordde het deze week goed in een interview met De Gelderlander: ‘NEC is een stuurloos schip‘. En daar is alles wel zo’n beetje mee gezegd. Wanneer de teloorgang precies ingezet is, is niet makkelijk aan te wijzen. Maar niet geheel toevallig zal het rond de tijd geweest zijn dat Carlos Aalbers de deur gewezen werd. Sindsdien hebben we een mix gehad van onervaren TDs, externe adviesbureaus en bestuurders die het technische beleid als bijtaak opnamen. En dit werd niet in het minst vanaf de achtergrond gedreven door diverse investeerders die allemaal invloed wilden hebben over hoe hun geld besteed werd en dus geen trek hadden in een sterke en mondige TD die een eigen koers zou varen. Helaas is er momenteel geen enkele indicatie dat we in de toekomst anders mogen verwachten; in Nijmegen geldt nadrukkelijk “wie betaalt, bepaalt” en het lijkt onmogelijk om daar structureel iets aan te doen.

Over Van Delft gesproken, daar gaat het momenteel helaas helemaal niet goed mee. De GDL is ernstig ziek. Het belet hem niet om nog altijd breed uitgemeten in de media de club te bekritiseren over het beleid. Als voormalig voorzitter en huidig aandeelhouder heeft hij natuurlijk zeker recht van spreken, maar het is wel jammer dat zijn commentaren vaak voelen als het eigen straatje schoonvegen. Het zou hem sieren als hij ook een beetje de hand in eigen boezem zou steken. Het is zeker zo dat Van Delft veel betekend heeft voor de club: hij was als voorzitter een sterke persoonlijkheid die uiterst succesvol was in het binden van financiers aan de club en onder Van Delft heeft NEC haar hoogste positie ooit op de ranglijst en onze enige directe kwalificatie voor een Europees toernooi behaald. Visie en daadkracht kun je hem niet ontzeggen. Van Delft zal ongetwijfeld de boeken in gaan als een van onze succesvolste en meest aansprekende (en aanspreekbare!) voorzitters, een man die aan de basis stond van sommige van de grootste successen in onze clubhistorie. En daar zullen we hem altijd dankbaar voor zijn.

Tegelijkertijd werd er onder zijn leiding echter ook de basis gelegd voor veel van de financiële ellende waar we ons nu in bevinden en werd de clubcultuur onderhavig gemaakt aan sportief en commercieel succes. Ook zijn vete met Boekhoorn is meermaals breed uitgemeten, een van de kiemen van de huidige kliekjescultuur bij NEC. Te veel kapiteins op een schip, het is al zo vaak aangekaart. Toen Van Delft zelf de leiding had was er maar één kapitein, en dat was Hans. Van Delft zal zelf de eerste zijn om toe te geven dat hij geen verstand heeft van de technische aspecten van het voetbal, maar een gehaaide zakenman haalt daar dan een ervaren kracht voor binnen die dat aspect verzorgt en laat zo iemand zijn gang gaan en geeft hem tijd en ruimte. Alleen is het nadeel van sterke leiders wel dat ze doorgaans moeite hebben om het pluche op te geven; om het stokje door te geven en een stapje terug te doen. Dat Van Delft na zijn vertrek een stroman als Vincent Paes naar voren schoof als voorzitter in plaats van ruimte te geven aan een nieuwe kapitein (Boekhoorn…?) was in dat opzicht tekenend. NEC bleef nog een aardige tijd drijvende en kende zelfs haar meest aansprekende hoogtepunt (het jubeljaar 2008) twee jaar nadat Van Delft formeel afgetreden was, maar achter de schermen waren de lekken al zichtbaar. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat NEC nooit echt voort wist te bouwen op die succesvolle periode, want een duidelijke visie en de bereidheid achter de schermen om ego’s ondergeschikt te maken aan het clubbelang ontbraken.

Voor de GDL is het einde nabij. Wij wensen hem en zijn familie veel sterkte in deze ongetwijfeld moeilijke periode en bedanken Van Delft voor alles wat hij voor onze club betekend heeft. Maar hopelijk is er nog wel hoop voor die andere patient, onze club. Die hoop schuilt in de term die Van Delft en vele andere NEC-coryfeeën al jaren in de mond hebben maar die op Stadionplein 1 maar niet aan lijkt te komen: visie. Visie is meer dan geld, meer dan overleven. Visie is weten wie je bent, waar je heen gaat en wat je kernwaardes zijn. Toegegeven, het verwezelijken van een visie kost tijd. Er is geen overnachtse oplossing. Maar als het verhaal klopt en het actieplan duidelijk gecommuniceerd wordt, dan zijn mensen altijd bereid om je die tijd te gunnen. Het probleem van NEC momenteel is dat er geen goed verhaal is (of juist teveel tegenstrijdige verhalen) en geen goede communicatie. Een overgangsjaar. Een vijf-jarenplan. Een stadiondossier. Het zijn allemaal loze kreten. Het benoemt een probleem. Maar het geeft geen uitleg over hoe dat probleem precies moet worden aangepakt. De patient NEC heeft daadkracht en actie nodig, geen vage praatjes. Niet ‘wat’ (eigen stadion, promotie), maar ‘hoe’. Niet ‘waarmee’ (geld), maar ‘waarom’ (motivatie). NEC is een voetbalclub. Begin dus maar eens met het voetbal. Een duidelijk aankoopbeleid (TD) en een trainer die met jonge spelers kan werken, zonder inmenging van andere partijen. Dat kan je basis zijn. Of kies een andere opzet. Maar bovenal: kies. Doe. Hak knopen door. Maak stappen. Anders is NEC mogelijk hetzelfde lot beschoren als haar voormalige Grote Dikke Leider.

 

Mark

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.