De week van… tandeloosheid.

Met zes wedstrijden onder de riem en het transferraam hermetisch gesloten kunnen we langzaam de balans op gaan maken van de kwaliteit van de huidige selectie. We vinden onze club momenteel terug bovenaan het rechterrijtje, met zeven punten uit zes wedstrijden. Op zich niks mis mee, zeker als je ziet tegen wie we die punten behaald hebben. Maar tegelijkertijd blijft het gevoel beklijven dat we er in deze fase van de competitie toch een heel stuk beter voor hadden kunnen staan.

Het probleem? Scorend vermogen. Zoals eigenlijk al zo lang bij NEC. Het is dan ook geen verrassing dat onze topscorer van vorig seizoen (Okita) geen spits maar een vleugelspeler was. Net als het promotieseizoen daarvoor (Bruijn en Tavsan als gedeeld topscorers), en het seizoen daarvoor (middenvelder Zian Flemming). We moeten terug naar 2018-19 om een spits te vinden die ook topscorer was: Sven Braken. Onze centrumspitsen hebben naar het zich doet aanzien doorgaans bepaald geen neusje voor de goal. We moeten helemaal terug naar 2015-2016 om een scorende spits te vinden (Santos).

Topscorer Okita is inmiddels vertrokken, pikant genoeg zonder dat we een vervanger hebben aangetrokken voor zijn positie. We nemen dan maar aan dat de hoop is dat Cissoko die rol op zich gaat nemen, maar voorlopig moet onze meest dreigende voorhoedespeler het nog steeds slechts doen met invalbeurten. De nog een jaartje gehuurde Duelund (een middenvelder, geen vleugelspits) zit om de een of andere reden voor hem in de pikorde op de linkervleugel en we vermoeden dat zodra Mattson (ook meer een middenvelder) weer helemaal fit is, Magnus die plek gaat invullen. Tavsan vertrok uiteindelijk niet en dat leidde tot aardig wat tweespalt onder de supporters. Tavsan wordt toch vaak gezien als een speler die vooral voor zijn eigen succes gaat en regelmatig gevaarlijk balverlies leidt. Onze collega’s van ForzaNEC toonden eerder deze week met wat statistieken aan dat deze observatie niet strookt met de realiteit, al hielp zijn optreden afgelopen weekend tegen Fortuna natuurlijk niet mee om deze beeldvorming te veranderen. Tavsan lijkt, naast zijn flegmatieke manier van voetballen, vooral ook het slachtoffer te zijn van het falen van onze centrumspitsen.

Achterin staat het bij NEC als een huis, zoals dat doorgaans wel het geval is. NEC is altijd een club geweest die graag leunt op een goede defensie om van daaruit op avontuur te gaan. Wat er voorin gebeurt lijkt veelal bijzaak. Hou de boel dicht, schop de bal naar voren en kijk maar wat iemand daar kan uitrichten met een individuele ingeving. Dat was de aanpak van het gros van de NEC-coaches door de jaren heen. Ook dit jaar lijkt daar geen uitzondering op te zijn, al is het de vraag of dat door de technische staf of door de technisch directeur komt. Meijer riep al meermaals deze zomer dat hij meer tactische opties in de voorhoede nodig had: een spits en een extra vleugelspeler met diepgang. Daar heeft dit team ook de perfecte middenvelders voor: jongens als Tannane en Schöne zijn absolute specialisten in het met een steekpass lanceren van aanvallers achter de laatste linie van de tegenstander. Alleen hebben we dus niet de juiste aanvallers om op die wijze te lanceren. Pedro Marques mist snelheid en raakt bovendien in paniek als hij één op één komt met een keeper; niet bepaald een geweldige kwaliteit voor een spits. Tavsan is vooral een jongen van het breien en prutsen, kappen en naar binnen trekken, in plaats van looplijnen zien en gaten in duiken. Duelund is geen vleugelspeler en geen diepgaander, maar weer een typische middenvelder die de bal graag in de voet wil. Bruijn evenzo. Van Dimata weten we het nog niet, maar gezien zijn eerste twee optredens is hij ofwel te traag, ofwel te ongeïnteresseerd, ofwel nog niet fit genoeg om achter diepgaande ballen aan te rennen. Niet dat er zo veel diep te gaan was natuurlijk tegen Fortuna. Cissoko tenslotte lijkt net als Tavsan ook meer te houden van gepingel en geschaar dan van een sprint achter de vijandelijke defensie.

Diepgang was het verzoek van de trainer. Maar Ted van Leeuwen lijkt daar geen gehoor aan te hebben gegeven. Werd er wellicht veel te lang gegokt en vastgehouden aan één optie? Een beetje zoals Ten Hag bleef hopen op Frenkie de Jong? Was Locadia onze Frenkie? Wellicht dat Van Leeuwen meer lijntjes had uitstaan, we zullen het waarschijnlijk nooit weten, maar de berichtgeving rondom onze zoektocht naar een spits gaf toch veelal de indruk dat Locadia als de grote vis gezien werd om binnen te hengelen. Ook de komst van Tannane en Cillessen wekte bij de achterban de indruk dat er opeens toch weer veel mogelijk was bij NEC en dat een spits met een aardige staat van dienst en ook een vleugelaanvaller zeker realistische opties waren. De kaartprijzen gingen omhoog, volgens Wilco van Schaik zodat we ‘meer spelers van het kaliber Schöne’ zouden kunnen bewonderen in de Goffert. Cillessen stak niet onder stoelen of banken dat hij voor Europees voetbal wilde gaan. Maar ondertussen tikte de tijd gestaag weg en werden de criticaster en nuilers steeds meer gesteund in hun opvatting dat het in de voorhoede wel weer zou uitdraaien op een paniekaankoop vlak voor het sluiten van de markt.

Bij Manchester United kwam men uiteindelijk op de proppen met Casemiro in plaats van De Jong. Bij ons was het Dimata. De Belgische spits kwam wel al binnen met nog enkele dagen op de transferklok, maar met de beste wil ter wereld kon hij toch niet aan de inmiddels hooggespannen verwachtingen van vele supporters voldoen. Het was wederom een speler met een krasje, een jongen met prima prestaties in België maar (mede door blessureleed) een teleurstellende balans in Duitsland en Spanje. Een extra vleugelspeler kwam er zelfs helemaal niet. En dus zit Meijer momenteel met een selectie waarin het barst van de fantastische middenvelders, maar waarin het voorin opnieuw bar en boos oogt. Tuurlijk, Dimata heeft nog maar heel weinig tijd gehad om zich te tonen. Maar als zelfs Marques erin slaagt om in een kwartier tijd te scoren tegen een belabberd zwak Fortuna, terwijl Dimata enkele 100% kansen om zeep helpt, dan geeft dat toch te denken. Twee spitsen, waarvan het van zeker eentje maar de vraag is of hij Eredivisiewaardig is, en twee ‘echte’ vleugelspelers (Tavsan en Cissoko) die allebei een beetje dezelfde speelstijl hebben: pingelen en naar binnen trekken. Dat is wel heel karig, zeker als je 4-3-3 wilt spelen. Duelund en Mattsson kunnen op de vleugels geposteerd worden en Bruijn in de spits, maar met diezelfde logica kunnen we ook Tavsan op rechtsback zetten en Bronkhorst in de spi… oh, wacht. Het zijn lapmiddelen, geen spelers primair geschikt voor die posities en geen spelers die de trainer extra tactische mogelijkheden geven.

Met een sterke defensie kun je natuurlijk een heel eind komen in Nederland en elke ploeg die aantreedt met Marquez en Kramer centraal achterin voor Jasper Cillessen zou in principe niet hoeven te vrezen voor een doelpuntenregen. Maar 0-1 verliesjes zijn ook verliesjes. En 0-0 gelijkspelletjes zijn ook twee minpunten op de balans. Als je voorin niet tot scoren komt, dan kun je het achterin nog zo goed dichthouden als je wilt, je zult er aan het eind van de rit weinig voor kopen. Zeven punten uit zes wedstrijd zegt wat dat betreft genoeg. Je verliest moeilijk, maar je wint nog moeilijker. Met een waslijst aan gelijke spelletjes haal je in 34 wedstrijden die op papier magische 34-puntengrens (35 voor de veiligheid, want we hebben nu al enkele malen gezien dat 34 tegenwoordig de lading niet meer dekt) met hangen en wurgen wel. Maar daar is dan ook wel zo’n beetje alles mee gezegd. Lijfsbehoud zou dit seizoen toch niet opnieuw het doel zijn, maar de realiteit tot dusverre is dat mikken op het linkerrijtje met onze voorhoede eveneens een utopie is.

Zes wedstrijden gespeeld. Het is absoluut geen overdrijving om te stellen dat met meer kwaliteit en opties in de voorhoede we nu ‘gewoon’ 7-8 punten meer zouden hebben. Thuis tegen Twente hadden we minimaal gelijk moeten spelen. Groningen, Heerenveen en Fortuna hadden gemakkelijk in winst kunnen – nee, moeten – eindigen. Slechts AZ was een maatje te groot. Tegen Volendam scoorden we weliswaar flink, maar daar moet bij worden aangetekend dat het de eerste thuiswedstrijd was voor de promovendus en dat de palingboeren (net als wij vorig seizoen bij Ajax) uiterst naief naar voren bleven rennen en ons alle ruimte gaven. Bovendien wist onze centrumspits Marques de trekker niet over te halen in die wedstrijd. Met 7 punten meer had je nu gedeeld 4e gestaan. Met 5 punten meer (zeker geen overdreven verwachting gezien het verloop van de afgelopen wedstrijden) sta je comfortabel in de subtop. De conclusie kan dus alleen zijn dat onze club (in de persoon van Van Leeuwen dan toch, want die verzorgt onze selectie) heeft gefaald in de linie waar we het meest de extra investeringen nodig hadden: de voorhoede. Net zoals Van Leeuwen daar vorig seizoen in faalde met het aantrekken van Ruiz, Akman en Bony.

Het is te hopen dat we dit seizoen niet het deksel op de neus krijgen voor dit falen. Want dat verdient deze ploeg met de kwaliteit die het momenteel herbergt zeker niet. Cillessen, Kramer, Marquez, Tannane, Schöne; het is om je vingers bij af te likken, eerlijk waar. En daarom is het ook extra zuur dat al dat moois zo intens uit balans is. NEC oogt momenteel als een Bengaalse tijger waar de klauwen en tanden bij getrokken zijn. Sierlijk en dreigend, maar nog niet in staat om een veldmuis te overrompelen.

 

Mark

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.