De week van….locked up abroad

Ok, nu niet in paniek raken Oostenrijk.
Klamme handen, zweetdruppels op mijn voorhoofd.
Ik zit vastgeklemd in de rij en kan geen kant op.
Tergend langzaam zet de rij zich in beweging.
Voetje voor voetje schuifelen we richting de poort van het hek.
Opeens staat de rij stil en er ontstaat onrust als er achter de poort iemand meedogenloos wordt afgevoerd door bewakers, onderwijl roepend: ‘mijn trommel, ze hebben mijn trommel!’ Zwijgend en machteloos aanschouwt de rij dit tafereel.

Het duurt lang, heel lang, voordat de rij zich weer in beweging zet.
Ik snak inmiddels naar een beetje beweegruimte en ben dan ook blij wanneer ik eindelijk aan de beurt ben om door de poort te gaan. Mijn zichtbare blijdschap, of eigenlijk opluchting, wordt niet beantwoord door de bewakers achter de poort. Zwijgend en met een norse blik word ik van top tot teen gefouilleerd. Een zenuwachtige grap die ik maak over mijn klokkenspel (Mag ik die wel mee naar binnen? Ik kan mijn klokkenspel namelijk urenlang, met losse handen, heel hard en ritmisch bespelen.) wordt niet begrepen.

Maar ik mag door en opgelucht door meer bewegingsruimte beklim ik de trappen. Het ergste zal nu wel achter de rug zijn.
Blijkbaar ben ik één van de laatsten die boven komt en naar binnen gaat want voor mij is het hutjemutje vol. (Nooit proberen een grap uit te leggen. Lukt niet, duurt te lang.) Ik zoek naar een doorgang door de menigte als vlak achter mij met een ratelend geluid een ijzeren hek naar beneden komt waardoor de ingang nu hermetisch afgesloten is met tralies.

Daar sta ik dan. Met 800 man in een overvolle kooi. Ik heb dorst en wurm mezelf door de menigte in de hoop dat er ergens iets te drinken valt te halen. Ik zie, als ik op mijn tenen ga staan, dat er twee uitgifte punten zijn. Aangezien ik niet de enige ben die dorst heeft, zie ik al snel in dat drinken halen een kansloze missie is. Ik vind het stik benauwd binnen en snak naar frisse lucht.

Ik prop mezelf naar voren in de hoop op een plekje bij het raam. Dit lukt niet maar het lukt me wel om een plekje te vinden waarvandaan ik, als ik mijn hoofd in een gekke hoek leg, nog net een glimp kan opvangen van de vrije wereld buiten de kooi.
En ik schrik me rot van wat ik zie. Ik zie een eng soort van middeleeuws, orgastisch, tafereel. Tribunes vol lallende mensen die elkaar en zichzelf helemaal geweldig vinden en blijkbaar is dat ook de reden dat ze daarom daar nu zitten.

Deze nachtmerrie is echt en ik heb het aan mezelf te danken. Ondanks alle waarschuwingen vanuit mijn omgeving, kon ik de verleiding niet weerstaan. Ik dacht dat het geen kwaad kon om het één keer te proberen……één keer een avondje NAC.

En nu zit ik dus vast. Vast in een te kleine, overvolle kooi. Hoe kon ik zo stom zijn. Ik denk aan mijn vrouw en kinderen in Nijmegen en probeer hier kracht uit te halen. Het zicht op de buitenwereld heeft me dermate angstig gemaakt dat ik daarom besluit om mezelf richting het getraliede hek bij de ingang te wurmen. Ik heb genoeg gezien en ga nu toch proberen om wat te drinken te halen.

Onderweg zie ik dat ik niet de enige ben die geshockeerd en in de war is door de situatie waarin we ons bevinden. Menigeen trekt het niet meer. De kooi doet zijn werk. We veranderen langzaam in beesten. Ik besef me dat de mensen in Breda alleen gastvrij zijn voor zichzelf. Misschien laten ze ons nooit meer vrij uit deze kooi!

De angst en paniek overvallen me totaal en als ik aan de beurt ben om door de tralies mijn beker drinken aan te pakken ben ik dermate in paniek dat het me de grootste moeite kost om de local, van pure zenuwen, niet recht in zijn gezicht te kotsen.
Ik moet mijn tijd uitzitten, er zit niets anders op. De rest van de tijd sta ik bij het toegangshek.

Als plotseling het hek open gaat durf ik nog geen vreugde te voelen. Eerst weg hier. De bussen waarmee we zijn gekomen staan klaar dus dat geeft wel wat vertrouwen. Maar ik geloof het pas echt als we al een poosje onderweg en bijna in Nijmegen zijn. En als ik dan later eindelijk mijn vrouw in de armen sluit en alle emoties loskomen dan beloof ik haar; ‘Ik zal het echt nooit meer doen, dat beloof ik je. Nooit meer naar NAC’ .

“Denk jij wel eens aan een avondje NAC of ken je iemand die deze gedachte heeft? Praat er dan over. Neem 24/7 gratis en anoniem contact op met 0900 1450.

Oostenrijk

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.