In een voor NEC voetbalvrije week is er altijd nog corona. Wat al een tijdje in het vat zat is nu zeker, we zitten in hetzelfde schuitje als het afgelopen voorjaar. Positieve uitzondering: het professionele voetbal gaat vooralsnog door. Zoals Rogier Meijer het vandaag in De Gelderlander zei: “…ik ben eigenlijk vooral blij dát we nog voetballen”. Zo’n lockdown, zeker in de herfst/winter, is vast een stuk draaglijker als we ons druk kunnen blijven maken over de prestaties van ons favoriete cluppie.
Onze directeur Wilco van Schaik kreeg uitgebreid het woord in De Telegraaf en luidde daarin maar weer eens de noodklok over de financiële problemen die de profclubs hebben en nog gaan krijgen. Van Schaik klaagt over een zwakke lobby van de clubs in Den Haag, hij wil extra financiële steun en ook zo snel mogelijk weer publiek in het stadion.
Het is volstrekt begrijpelijk dat Van Schaik opkomt voor de sector waarin hij werkzaam is en daarmee natuurlijk ook voor zijn NEC, maar ik denk niet dat we er op hoeven te rekenen dat er voor de winterstop nog publiek in de stadions wordt toegelaten. Het argument dat er in de stadions geen besmettingen plaatsvinden doet nauwelijks ter zake. Het gaat immers veel meer om het beperken van de verplaatsingen rond de wedstrijden. Ook de roep om extra financiële steun maakt weinig kans, dan kun je wel aan de gang blijven. Van Schaik wijst er terecht op dat bij veel clubs bepaald geen hoge salarissen worden betaald, maar dat is in een heleboel andere sectoren ook niet het geval. Mij is niet duidelijk welke uitzonderingspositie het betaald voetbal in deze crisis kan claimen.