De derby ligt weer eens onder een vergrootglas. Afgelopen week presenteerden beide clubs gebroederlijk hun plan, dat met enig cynisme ook als dreigement kan worden opgevat: Als het niet rustig blijft dan drie jaar lang geen uitpubliek bij de derby.
Populistische spierballentaal van de clubbestuurders. Geheel in lijn met het geschreeuw in de politiek, de publieke opinie en de media, die ook steeds roept om harder, strenger en meer. Natuurlijk de rellen in Nijmegen zijn een dikke smet op de derby. Zeer spijtig dat het na jarenlange rust rond de derby weer zo uit de hand moest lopen. Ook in Arnhem vonden supporters van beide clubs (leest u mee supportersvereniging van Vitesse) het nodig om te zorgen voor wat geduw, geprovoceer, getrek en gebeuk op het plexiglas. Niet dat het gruwelijk uit de hand liep, maar vriendelijk was het allemaal niet. Gezien het eerder genoemde vergrootglas is zoiets al snel zeer ernstig. Nou is een discussie over of het wel of niet erg is zinloos, laten we dat dus vooral niet doen, maar enige Arnhemse zelfkritiek over de gebeurtenissen tijdens de laatste derby-editie, was ook wel op z’n plaats geweest. De provocaties van club en spelers, worden als een waar politburo doodgezwegen. Nee, alles lekker op het bordje van de supporters schuiven en met die spierballentaal daadkracht uitstralen. Een derby hoort met publiek, dat maakt de derby ook zo mooi en zo apart. Het lijkt mij dus beter dat je net als overal elders in Europa er alles aan doet om dat in stand te houden. Maar niet in Gelderland. Daar gaan ze al tobbedansend van regeltje naar maatregel (zelfs na rustig verlopen derby’s) om vervolgens al snel bij die bel van de uiterste maatregel aan te komen. De hand raakt het touw al, nu moet nog de bel klinken.