De ouderen onder ons herinneren zich ongetwijfeld nog die trotse eerste schreden op Europees terrein begin jaren ’80, als Eerste Divisie ploegje zowaar zelfs. Voor mijn generatie kwam die ervaring echter net iets te vroeg. Wij moesten maar liefst twintig jaar wachten op onze Europese vuurdoop. Twintig jaar waarin we vooral gewend raakten aan degradatie- of Eerste Divisie voetbal. Twintig jaar waarin de termen ‘Europees voetbal’ en ‘NEC’ bij de meeste fans niet eens in dezelfde zin – of wat dat aangaat, dezelfde paragraaf – terecht kwamen.
Toch gebeurde het schier onmogelijke op 29 mei 2003, vandaag exact tien jaar geleden, op een donderdagmiddag in Waalwijk. Die middag trad NEC om 16.30u aan tegen RKC, dat een zeer succesvol seizoen kende onder Martin Jol en op dat moment vol in de strijd was om Europees voetbal. In die dagen voor de play-offs was plek 5 een zeer begeerde plek, want het was de laagste klassering die nog recht gaf op UEFA cup voetbal. Bij een goed resultaat tegen RKC had NEC in theorie uitzicht op die vijfde plek, maar realistisch gezien hield bijna niemand bij NEC rekening met een dergelijke stunt. RKC was namelijk dat seizoen een van de grote revelaties en speelde prima voetbal, terwijl NEC onder Johan Neeskens vooral zwaar leunde op haar defensie. De grote uitblinker dat seizoen was dan ook niet onverwacht doelman Dennis Gentenaar, die tot op dat moment zijn doel al zeventien keer schoon gehouden had. Daarnaast was spits Frank Demouge ook nog eens geschorst.