1965-1970: In alle rust de eredivisie in
Al in november 1964 had de KNVB besloten dat de betaald-voetbal en amateurtak van de clubs volledig zelfstandig zouden moeten functioneren. En dan kwam nu ook nog eens “Rapport Zon” waarin voort werd borduurd op dit besluit, maar waarin ook invulling moest worden gegeven aan het idee van de KNVB om het betaald voetbal te gaan saneren. Ook werden stichtingen gelijk gesteld aan verenigingen. Dit zorgde voor onrust bij de club. Kon de naam Sportclub NEC wel behouden blijven voor de proftak door middel van een nieuw op te richten stichting? Al snel werd duidelijk dat het bestuur dat nooit zou goedkeuren, want dan zouden de amateurs naamloos achter blijven en misschien wel verdwijnen. Moesten er twee nieuwe verenigingen komen, die iets met NEC in de naam hadden zitten? Zouden de amateurs en de profs twee totaal andere verenigingen worden die niks met elkaar te maken hadden? Of was het slim om toch maar weer gewoon amateurs te worden en daarmee dus ook aan de saneringsplannen van de KNVB te voldoen?
Voorzitter Verbeek kwam met het plan om de naam te behouden voor beide takken, maar deze takken vanaf nu aparte zuilen te laten worden, die ieder ook weer een compleet eigen bestuur hadden inclusief voorzitters, secretarissen enzovoort, maar ook met een eigen clubkas, eigen inkomstenbronnen, eigen beleid en dergelijke. Op die manier was er dus nog steeds één naam, maar waren er eigenlijk twee zuilen ontstaan (of eigenlijk twee verenigingen binnen één vereniging) die compleet los van elkaar opereerden. In de loop van de tijd werd duidelijk dat deze manier meteen ook een einde maakte aan het aloude wantrouwen binnen de club, omdat ieder gewoon de eigen boontjes kon doppen en beide groepen meer zelfstandigheid kenden en minder van elkaar afhankelijk waren. Aan de top van deze nieuwe vereniging met zuilen stond de algemeen voorzitter die oog bleef houden voor het algehele clubbelang en het gezamenlijke belang. Het zal niemand verbazen dat voorzitter Verbeek de algemeen voorzitter werd. De heer Vossenberg werd de eerste voorzitter betaald voetbal. Het bestuur van de amateurs bleef gewoon verantwoording verschuldigd aan de algemene ledenvergadering, het bestuur van de betaald-voetbaltak zou dat voortaan aan de Stichting betaald voetbal Nijmegen gaan doen. Door deze constructie voldeed NEC aan de nieuwe eisen van de KNVB.
De belangrijke nieuwe clubstructuur zorgde voor rust naast het veld. Op het veld was het onrustig. Er waren veel spelerswisselingen voor aanvang van seizoen 1965-1966. Liefst elf spelers (waaronder Zweers en Van Doorneveld) vertrokken en daar stonden weer vijf nieuwe spelers tegenover. De belangrijkste aankopen waren Martinus (Tijn) van Lier, Gerard Weber en Chris Geutjes. Later in het seizoen kwam ook nog een andere clubicoon de gelederen versterken: Cees Kornelis. Na een zeer slechte oefenperiode (alle vier de wedstrijden werden met ruime cijfers verloren) verliep het reguliere seizoen helemaal niet zo dramatisch. NEC deed tot op vier wedstrijden voor het einde nog enigszins mee om promotie, maar daarna was het ook echt beslist en dat zorgde weer voor tegenvallende recettes de laatste wedstrijden en dus ook voor een beroerd financieel jaar.
Behalve alle sportieve en bestuurlijke veranderingen, veranderde voor het seizoen 1966-1967 ook het tenue weer eens. Het “wit van Nico Verbeek” werd weer verbannen en een wijnrood shirt met op de linkerborst het clubembleem werd de nieuwe mode. Ook nieuw dit jaar was het clublied dat officieel op 6 november 1966 tijdens de wedstrijd NEC-FC Den Bosch voor het eerst ten gehore werd gebracht. Oud doelman Schepers had de tekst geschreven en ging daarmee naar de penningmeester van de amateurs Herman van Eldik. Samen besloten ze om ermee naar het NEC bestuur te gaan en die zag er gelukkig wel wat in. Maar behalve de tekst was er natuurlijk ook muziek nodig. Van Eldik’s collega Jacques de Vos stond bekend als musicus en hij werd bereid gevonden om de muziek te schrijven. De vrouw van Jacques de Vos was de bekende zangeres Lily de Vos en hoewel ze in eerste instantie niet stond te springen om het te doen, was ook zij uiteindelijk bereid om haar medewerking te verlenen. Samen met een geselecteerde groep NEC-pupillen en met de hulp van de heer Kraft voor de begeleidende muziek werd het clublied uiteindelijk opgenomen in Weert, waarna deze topplaat op single werd uitgebracht. Een grote hit werd het niet, maar dat vond niemand bij de club een probleem.
Wat men wel een probleem vond was het gebrek aan een goede keeper onder de lat. Theo Jansen was, alweer even geleden, de laatste goede doelman geweest; daarna was het niet veel meer. Er werd een nieuwe doelman overgenomen van Elinkwijk, Nico de Bree, en dat bleek een gouden greep. Hij werd de eerste speler bij NEC met een eigen fanclub. Aanvaller Ned Bulatovic kwam op huurbasis van FC Twente over en verder maakten zeven amateurs de overstap, waarvan eigenlijk alleen Wim Meijers uiteindelijk uitgroeide tot een belangrijke kracht.
De eerste drie plaatsen in de eerste divisie betekenden in die tijd directe promotie naar de eredivisie. En dit jaar ging het gebeuren! Gedurende bijna het hele seizoen stond NEC op de eerste plaats, maar tegen het einde werden er toch punten gemorst, waardoor Volendam kampioen werd en NEC genoegen moest nemen met de tweede plaats. Dit mooie resultaat betekende dat NEC voor het eerst in haar bestaan als betaald voetbalclub wist te promoveren naar de hoogste afdeling. De
wedstrijd waarin promotie definitief veilig werd gesteld, was die tegen RCH. In een volgepakt Goffertstadion wist NEC in een allesbehalve saaie 0-0 het laatste noodzakelijke punt veilig te stellen. Overigens speelde de latere coach van NEC Johan Neeskens toen nog niet mee bij de mannen uit Heemstede. Neeskens debuteerde pas een seizoen later. Voor NEC waren deze mannen verantwoordelijk voor dit grote succes in de clubhistorie: Nico de Bree, Cees Kornelis, Henk Koning, Jos Schriever, Bennie Werts, Paul Merkx, Rob Lelieveld, Tini van Reeken, Chris Geutjes, Tijn van Lier en Gerard Weber.
Het feest werd gevierd daar waar het hoort, namelijk in de stad. Een bonte rood-groen-zwarte optocht maakte het stadscentrum onveilig, en dan bedoelen we niet op een manier waarbij de ME moet uitrukken om in een stenenregen de nodige aanhoudingen te doen. De spelers werden gehuldigd in het stadhuis. Het aantal NEC-supporters nam dit seizoen zienderogen toe en de officiële bronnen maken melding van een regelmatig uitverkochte Goffert en duizenden meereizende supporters bij uitwedstrijden. Dat is nog eens wat anders dan de aantallen van tegenwoordig.
Ondanks de promotie naar de eredivisie en de toegenomen belangstelling voor NEC in de stad ging het de club financieel gezien nog altijd niet bepaald voor de wind. De gemeente, die de prestaties van NEC steeds meer op waarde begon te schatten voor haar inwoners, kwam te hulp. Ze nam oude leningen over en stond garant voor nieuwe leningen. Daarnaast werd er een nieuw huurcontract afgesloten met betere huurvoorwaarden voor de club en ging de volledige opbrengst van de reclame voortaan naar NEC. In die tijd kon die heerlijke overheidssteun gewoon nog! Dankzij deze financiële injectie kon NEC investeren in een goede spelersgroep met als doel handhaving in de eredivisie. Enkele goede spelers kwamen naar de club, zoals Herbert Bönnen, Ger Donners, Hans Venneker en Ad Mellaard.
De allereerste wedstrijd in de eredivisie speelde NEC tegen Telstar. NEC won met 2-0 door doelpunten van Geutjes en debutant Venneker. De tweede thuiswedstrijd in het programma was de wedstrijd tegen Feyenoord. De Goffert was voor die wedstrijd in één dag volledig uitverkocht! Helaas werd het wel een dikke nederlaag (0-5), maar dat viel nog mee vergeleken met de bekende uitslag in Amsterdam tegen Ajax waar NEC met 9-1 verloor. Toch speelde NEC helemaal niet slecht en met een keurige tiende plaats wist NEC zich redelijk moeiteloos te handhaven. Het publiek bleef massaal komen. Na Feyenoord en Ajax had NEC met gemiddeld 17.350 toeschouwers het hoogste toeschouwergemiddelde van het voetbalseizoen 1967-1968.
Het tweede seizoen in de hoogste afdeling is vaak het moeilijkste en daarom werd gekozen om voor seizoen 1968-1969 wat extra ervaring te contracteren. Zo kwamen onder andere Lambert Verdonk, Peter Ressel en Henk Vleeming naar De Goffert. Ook amateur Frans Eggenkamp kreeg een contract. Helaas moest wel al na één seizoen afscheid worden genomen van Hans Venneker. De topscorer met negentien goals was niet te houden voor NEC en hij vertrok naar Sparta. Venneker bleek niet alleen een goede spits, maar ook een goede verdediger. Als rechtsback wist hij het later namelijk nog tot viervoudig international te schoppen! Opvallend was dat NEC de eerste wedstrijd met 0-3 uit won van Sparta. De oude club van Verdonk en de nieuwe club van Venneker. Pas op de vijfde speeldag moest onze club de eerste nederlaag incasseren. Ajax was met 2-1 te sterk. De rest van het seizoen pakte NEC haar puntjes wel mee, maar tegen het einde van het seizoen kwamen we wel wat in moeilijkheden. NEC eindigde op de twaalfde plaats. Ondanks het iets mindere seizoen bleef het publiek komen. Met een gemiddelde van 13.580 toeschouwers stond de club op de zesde plaats van toeschouwergemiddelden.
Ook in de beker had NEC een goed jaar. Pas in de kwartfinale werd NEC uitgeschakeld door de KNVB. De KNVB? Ja! De loting was duidelijk geweest. NEC moest spelen tegen Feyenoord in de eigen Goffert. De KNVB besloot echter zonder duidelijke reden om deze wedstrijd om te draaien, zodat niet NEC, maar Feyenoord thuis zou spelen. Corrupt die KNVB, ook toen al!
Voor seizoen 1969-1970 werd hulptrainer Wim Blokland aangetrokken en dat zorgde voor een revolutie. In die tijd trainden onze semi-profs alleen in de avonduren onder leiding van trainer Jan Remmers. Nu was het voor het eerst ook mogelijk om in de middag te gaan trainen! Er waren niet alleen nieuwe trainingstijden, ook het tenue werd weer eens vernieuwd. Het wijnrode shirt werd vervangen door een wit shirt met twee dunne verticale lijnen in de kleuren rood en groen aan de rechterzijde van het shirt (voor de kijkers links).
Opnieuw kwamen er enkele ervaren krachten bij. Zo kwam Jurgen Jendrossek over van FC Köln, Miel Pijs van Sparta en uit de Verenigde Staten werd de voormalig speler van Partizan Belgrado Dimitri Davidovic gehaald. Deze versterkingen konden meteen aan de bak, want NEC had zich ingeschreven voor het Intertoto toernooi. Anders dan de latere edities van dit toernooi, was deelname meer een soort van alternatieve voorbereiding op het nieuwe seizoen. Het betekende wel de eerste echte officiële wedstrijden voor NEC in Europa. Tegen Zilina uit het toenmalige Tsjecho-Slowakije werd het 1-1 in de Goffert, uit werd met 2-1 verloren. Tegen het Zwitserse Bellinzola werd thuis met 2-0 gewonnen en uit speelde NEC met 3-3 gelijk. Tegen het Zweedse Orebrö werd zowel thuis (0-0) als uit (1-1) gelijk gespeeld. NEC scoorde twee goals te weinig om beslag te kunnen leggen op de tweede plaats in de poule. De mannen van Zilina wonnen de poule.
De competitie werd door sneeuw, vorst en ijs een chaos. Veel wedstrijden werden afgelast en er kwam zelfs een nieuw competitieschema om de competitie nog enigszins eerlijk te laten verlopen. Van het voetbal werden de mensen ook niet warm, waardoor het gemiddeld aantal toeschouwers terugliep tot 11.500 toeschouwers. Het was zo’n typisch NEC seizoen, waarbij er goede resultaten werden behaald tegen de grote clubs (gelijk tegen Feyenoord in de Kuip en gelijk tegen Ajax in de Goffert) en vreemde nederlagen tegen laagvliegers als DOS en SVV. NEC eindigde uiteindelijk op een elfde plaats.
Op bestuurlijk terrein waren er de nodige wijzigingen. Vanwege gezondheidsredenen moest de heer Vossenberg eind 1969 zijn functie als voorzitter betaald voetbal neerleggen. Dr Honig nam zijn functie over. Oud-penningmeester van de amateurs Herman van Eldik (daar is hij weer!) werd nu penningmeester van de betaald voetbal tak en de heer Bouwman werd de nieuwe commissaris. Op 29 mei 1970 liet plotseling algemeen voorzitter Nico Verbeek het leven. De voorzitter had voor rust gezorgd binnen de club en er stond nu een goede organisatie, hetgeen zeker ook zijn verdienste was. Binnen een jaar was NEC dus twee voorzitters kwijt en dat in een periode waarin er grote veranderingen aan zaten te komen: professionalisme was het nieuwe toverwoord bij de club en eigenlijk in het hele betaalde voetbal.